...

Het nieuwe KB voor de erkenning van RVT's verscheen op 10 april in het Staatsblad en vult de vigerende wetgeving aan. Het KB verfijnt onder meer de opnamevoorwaarden, de bestaffing van het tehuis en bepaalt de onderdelen van het bewonersdossier.Het KB regelt enkele al lang aanslepende kwesties, met name het statuut van de Coördinerend en Raadgevend Arts (CRA). Het KB verschijnt overigens net voordat de bevoegdheid over deze sector wordt overgedragen naar gemeenschappen.Verplichte vorming De CRA blijft volgens de nieuwe bepalingen een huisarts. Binnen de twee jaar nadat een huisarts deze functie opneemt moet hij een attest kunnen voorleggen dat hij een erkende opleidingscursus heeft gevolgd (minstens 24 uur gespreid over twee jaar, met een aantal vastgelegde thema's). De CRA moet ook jaarlijks zes uur navorming volgen om op de hoogte te blijven van enkele specifieke materies.Het KB somt expliciet de typische kerntaken van de CRA op: infectie- en medicatiebeleid, preventie van onder meer doorligwonden, organisatie van het multidisciplinair overleg, procedures voor fixatie en isolatie,... Verder moet de CRA betrokken zijn bij het organiseren van de nascholing van het verzorgend personeel en van behandelend artsen, en bij enkele beleidsmateries zoals aanpassing van de lokalen, de kwaliteitsprogramma's van het tehuis, en de relatie met de lokale huisartsenkring.Samen met de hoofdverpleegkundige staat de CRA niet alleen in voor de ondersteuning van de palliatieve zorg, maar ook voor de naleving van de wetgeving rond euthanasie.Wanneer een plaats voor een CRA vrijkomt, moet het RVT daarvan onmiddellijk de lokale huisartsenkring op de hoogte brengen, evenals de huisartsen die een patiënt in het betrokken RVT behandelen. Het RVT moet de CRA een lokaal in het tehuis ter beschikking stellen, samen met de nodige ICT-uitrusting. De CRA moet minstens driekwart van de tijd die hij aan zijn taken besteedt in het RVT aanwezig zijn. De CRA-taken en die van behandelend arts moeten gescheiden blijven.Behandelend arts Het nieuwe KB omvat ook een aantal bepalingen om de verhouding tussen het RVT enerzijds en de behandelend artsen en de huisartsenkring anderzijds te regelen. De behandelend artsen moeten zich houden aan een aantal regels, vastgelegd in het Algemeen Reglement van het RVT. Dat laatste moet een aantal vaste punten omvatten: het naleven van het geneesmiddelenformularium, het bijhouden van een medisch (bewoners)dossier, het zich in de regel houden aan bepaalde bezoekuren, deelname aan overlegvergaderingen,...Het KB legt nog eens uitdrukkelijk vast dat de bewoner van het RVT zelf zijn eigen arts kiest. Als deze geen vaste huisarts heeft, of hij zijn vroegere huisarts niet kan behouden, kan hij een nieuwe huisarts kiezen uit een actuele lijst. De lokale huisartsenkring waakt over de manier waarop de RVT-bewoner een nieuwe huisarts krijgt.