...

De vergadering van de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen van maandag 13 juli boog zich over het voorstel van de 'Werkgroep medische beeldvorming' van de TGR. Dat voert twee geheel nieuwe prestaties in - zo vertelt Marc Moens van de Bvas.Courante problemenThans kunnen artsen één keer om de drie maanden een (bidimensionale) echografische zwangerschapevaluatie aanrekenen. Voor courante problemen in de zwangerschap (bloeding, onbekende zwangerschapsduur) is er geen aanvullende echografie mogelijk.Dat leidt ertoe dat gynaecologen nu vaak hun toevlucht moeten nemen tot het aanrekenen van een functioneel echografisch onderzoek (met biofysisch profiel) - een duur onderzoek bedoeld voor hoogrisicozwangerschappen.Twee nieuwe prestatiesDaarnaast bestaat de behoefte om in het tweede trimester, vanaf week 20 van de zwangerschap, een wat complexere evaluatie uit te voeren, om bepaalde afwijkingen op tijd te kunnen opsporen.Daarom worden nu twee nieuwe prestaties ingevoerd. Om bijvoorbeeld de precieze zwangerschapsduur te kunnen vaststellen als de menses onregelmatig zijn, kan de gynaecoloog voortaan in de eerste 20 weken een (goedkope) mini-echografie doen.Vanaf week 20 kan hij een 'complexe' echografie uitvoeren, die de normale echografische evaluatie in het tweede trimester vervangt.Het oude nomenclatuurnummer voor de gewone echografie die eenmaal per trimester mocht worden uitgevoerd, verdwijnt. Er komt een nomenclatuurnummer voor dit onderzoek in het eerste, en een apart nummer ervoor in het derde trimester.BudgetneutraalHet dure functionele onderzoek blijft bestaan, maar dat zal de gynaecoloog veel minder vaak moeten uitvoeren. Namelijk, zoals de bedoeling is, alleen bij een gedocumenteerd risico. De besparing die dat oplevert, moet de andere maatregelen compenseren.Die besparing zou groot genoeg moeten zijn om ook nog eens een andere maatregel te financieren: een verhoging van de honoraria voor echografische onderzoeken met 50% in het geval van een meerlingenzwangerschap.Het uitgangspunt is dus dat de hervorming geen invloed heeft op de uitgaven. Daar ging volgens dr. Moens ook de discussie over tijdens de Commissie: de ziekenfondsen namen dat niet zomaar aan.In ieder geval zal het Riziv de evolutie van de uitgaven verder monitoren. Door de nauwkeurigere nomenclatuur is ook een betere registratie mogelijk.