...

Voedselallergie en hypersensitiviteit bij kinderen vormen een veel voorkomend en toenemend probleem, steekt Ann-Sophie Odeurs van wal. "Toch bestaat er voor de huisarts nog geen concrete richtlijn over de aanpak en eventuele doorverwijzing van deze pathologie."Daarom namen beide dames het initiatief om de Finse Duodecim-richtlijn aan te passen aan onze zorgcontext. In hun masterproef focussen ze op zes klinische vragen, verdeeld over de twee onderzoekers. Dokter Odeurs bekeek welke de kenmerkende symptomen zijn van voedselallergie bij kinderen, hoe de huisarts de diagnose stelt en wanneer patiëntjes met voedselallergie doorverwezen worden naar een specialist. Dokter Ferson van haar kant zocht uit of preventieve maatregelen nuttig zijn tijdens zwangerschap en borstvoeding, wat de aanpak is in de eerste lijn van kinderen met voedselallergie en hoe die worden opgevolgd door de huisarts.Karen Ferson: "Dit project kadert eigenlijk in een groter project van aanpassing van bestaande Duodecim-richtlijnen voor huisartsen. Door zelf ook een flowchart voor de eerste lijn op te stellen, hebben we er een creatieve wending aan gegeven."Hoe zijn beide dames te werk gegaan? Door in eerste instantie allerlei bronnen en databanken te gaan doorzoeken naar de meest recente studies. "Dat bleek evenwel wat tekort te schieten, vandaar dat we op zoek moesten naar aansluitende artikels om onze klinische vragen te kunnen beantwoorden"; legt dokter Ferson uit."Wat opvalt, is de enorme evolutie op dit vlak. Het gaat hier om een uiterst dynamisch terrein, vooral dan wat de behandelingsopties betreft. Ik denk dan met name aan de opkomst van immunomedicatie", pikt dokter Odeurs in. "Zelfs nu, na afloop, merken we dat sommige dingen die we geschreven hebben intussen al in twijfel worden getroffen of achterhaald zijn. Over vijf jaar zal deze richtlijn wellicht al opnieuw moeten worden aangepast."Omdat het niet altijd evident was om duidelijke aanknopingspunten te vinden in de literatuur, deed het duo een beroep op een expertpanel, bestaande uit pediaters, dermatologen, pneumologen en allergologen. "Zij hebben onze bevindingen gefinetuned vanuit hun praktijk, en dat was echt een grote hulp. Zo zijn we dan uitgekomen op de flowchart. Uit een rondvraag is trouwens gebleken dat die zeer nuttig bevonden wordt."Karen Ferson: "Of onze flowchart effectief zal gebruikt worden in de huisartsenpraktijk is nog even afwachten. Eventueel zou ze gekoppeld kunnen worden aan het medisch dossier, via de evidence-linker. Dat is een idee voor een mogelijke implementatie, dat het thema zou kunnen worden van een volgende masterproef.""Mijn praktijkopleider vond de chart alleszins heel handig en gebruiksvriendelijk", zegt Ann-Sophie Odeurs. "Ze werpt als het ware een nieuw licht op de problematiek van voedselallergie bij kinderen, een domein waarin de huisarts tot nog toe toch eerder in het duister tastte. Onze richtlijn biedt nu stevige handvatten."En zelf hebben de dames dank zij hun opzoekingswerk ook heel wat kennis opgebouwd over het thema. "Het komt er in de eerste plaats vaak op aan om de ouders gerust te stellen, en daarvoor vormt onze masterproef een goede basis." De huisartsen werken ook allebei bij Kind&Gezin, waar hun opgedane achtergrondkennis uiteraard eveneens goed van pas komt.Als besluit stellen de dokters Ferson en Odeurs dat het aanpassen van de Duodecim-richtlijn over voedselallergie en overgevoeligheid bij kinderen aan de Belgische zorgcontext nuttig en noodzakelijk was. Deze nieuwe aanbevelingen zouden de aanpak in diagnose en doorverwijzing moeten vergemakkelijken. Er is echter nood aan nieuwe studies die deze aanbevelingen nog meer ondersteunen. Wordt dus zeker nog vervolgd...