Wij zijn als het ware de eerste investeerder voor de start-ups, legt Antoine D'Hollander uit. Hij is innovatiemanager van de health track bij het imec.istart-acceleratieprogramma voor Belgische tech start-ups.

Incubatieprogramma's die startende bedrijven moeten helpen hun idee uit te werken, komen erg op. Zowat elke regio in België heeft er tegenwoordig wel eentje. Het imec.istart- acceleratieprogramma van imec helpt starters die al een stap verder zijn, vertelt Antoine D'Hollander. "In ruil voor aandelen krijgen beginnende ondernemers met al een eerste proof-of-concept een initiële investering van 50.000 euro om hen te helpen hun eerste product klaar te stomen voor commercialisatie."

"We bieden dagelijkse coaching, workshops en begeleiding aan door domeinexperten op vlak van wetgeving, CE-certificering (*), sales,... gedeelde werkruimtes en faciliteiten - en toegang tot ons voortdurend groeiende netwerk van eindgebruikers, bedrijven of particulieren en investeerders. Onze ondersteuning kan tot 18 maanden lopen, tot de onderneming in staat is om op eigen benen te staan en zelf opvolgfinanciering aan te trekken van externe investeerders", voegt Sven De Cleyn toe, imec.istart program manager.

Jullie hebben een 30-tal health tech start-ups in de portefeuille. Welke factoren bevorderen de bereidheid om te investeren in een bedrijf?

Sven De Cleyn: Essentiële voorwaarde is dat de toepassing die de start-up aanbiedt, een innovatieve oplossing vormt voor een specifiek probleem. Nice to have is als criterium niet voldoende. Of dat nu in de subsector van de medical devices is, telehealth, medical management software..., maakt eigenlijk niet uit. In elk van deze subsectoren binnen digital health is nog veel ruimte voor innovatie. Concreet kan het gaan om een radicale nieuwe oplossing voor een bestaand probleem, of een toepassing die een verbetering vormt - sneller, goedkoper,... - ten aanzien van een oplossing die al op de markt is.

Antoine D'Hollander: Zijn er momenteel concurrerende oplossingen op de markt? En zo ja, welke meerwaarde biedt het product? Hoe ga je de markt benaderen? Dat zijn de vragen die wij stellen. Bijna even belangrijk als het idee is overigens dat er een goed team achter de start-up staat, dat niet alleen de juiste competenties bezit maar er ook 100% voor gaat.

Verbetering en innovatie zijn altijd mogelijk. Voor welke uitdagingen is er het meest dringend nood aan nieuwe ideeën?

SDC: Mochten we dat weten, springen we misschien zelf op de kar (algemene hilariteit). Op het eerste gezicht lijkt er nog veel potentieel op vlak van medische beeldvorming, de analyse van weefstelstalen, maar ook in de arts-patiëntrelatie,... Of er een gat in de markt is voor start-ups? In een continu veranderende sector als de gezondheidszorg zijn er altijd innovatieve opportuniteiten.

Antoine D'Hollander: "Zijn er momenteel concurrerende oplossingen op de markt? En zo ja, welke meerwaarde biedt het product? Hoe ga je de markt benaderen? Dat zijn de vragen die wij stellen"., EN
Antoine D'Hollander: "Zijn er momenteel concurrerende oplossingen op de markt? En zo ja, welke meerwaarde biedt het product? Hoe ga je de markt benaderen? Dat zijn de vragen die wij stellen". © EN

Na België zijn de VS doorgaans een logische stap voor start-ups. Blijkbaar gaat alles er veel sneller en beter. Waarom concentreren jullie zich niet uitsluitend op deze markt?

SDC: Het klopt dat de VS een grote potentiële afzetmarkt zijn. De cultuur en manier van denken komen grotendeels overeen met die in West-Europa, groot verschil is inderdaad dat men er doorgaans sneller beslissingen neemt. België is dan weer een ideale testmarkt voor nieuwe innovaties, een noodzakelijke stap vooraleer een product uit te rollen naar veel grotere markten zoals Duitsland, Frankrijk of dus de VS.

Zoals gezegd zijn er tegenwoordig meerdere incubatieprogramma's. Wat maakt imec.istart uniek als investeerder in health tech?

SDC: Door onze goede contacten met het Belgische ecosysteem van investeerders, kunnen we start-ups helpen zich voor te bereiden op het ophalen van vervolgfinanciering. Recent was er reden tot feest vieren: samen hebben de start-ups van imec.istart-programma 100 miljoen euro vervolgfinanciering opgehaald. Zo'n 40% daarvan was afkomstig van de health start-ups met als meest succesvolle voorbeelden Ontoforce, UgenTec & Lindacare.

Steeds meer ziekenhuizen creëren een 'innovatiefunctie' om in de toekomst vaker samen te werken met start-ups

AD: Door de nabijheid van het researchprogramma en de technologische expertise in software en hardware van imec, kunnen we de productontwikkeling van de start-ups bevorderen. Onze dagelijkse coaching en ons mentornetwerk laten toe start-ups snel in contact te brengen met de eindgebruikers waardoor ze hun oplossing kunnen aftoetsen. Dit is een cruciale stap om verder internationaal te kunnen groeien.

Daarnaast hebben we een uitgebreid internationalisatieprogramma. Zo gaan we dit jaar bijvoorbeeld met de health start-ups naar Boston om hen te introduceren op de Amerikaanse markt.

Is er een verschil in ondersteuning tussen digital health start-ups en andere start-ups?

AD: Bij health start-ups is de CE-markering een belangrijk aandachtspunt (geeft aan dat het product voldoet aan de wetgeving van de Europese Unie en voldoet aan de essentiële eisen inzake veiligheid en doeltreffendheid, nvdr.). Het streven naar een CE-markering vergroot overigens onze bereidheid om te investeren in een start-up. De kans dat de digitale innovatie zijn weg vindt naar de zorgsector, is groter. Van zogenaamde lifestyletoepassingen zijn er al heel wat op de markt. Bovendien zien we dat het salestraject van deze oplossingen binnen de sector toch beduidend langer is in vergelijking met hun traject in andere sectoren.

Hoe verloopt de samenwerking tussen health tech start-ups en ziekenhuizen eigenlijk?

SDC: Steeds meer ziekenhuizen creëren een soort 'innovatiefunctie' om in de toekomst vaker samen te werken met start-ups. In vergelijking met enkele jaren geleden, stappen ziekenhuizen nu ook sneller naar ons met de vraag welke start-ups we in onze portfolio hebben.

Hoe sneller start-ups hun oplossing kunnen integreren in een ziekenhuis, hoe sneller ze die ook kunnen verbeteren. Voor hun ontwikkeling en voortbestaan is de openheid van ziekenhuizen dan ook cruciaal. Over het algemeen is het besef wel doorgedrongen dat er geen weg terug is, en dat digitalisatie en informatisering de toekomst zijn. Maar er is nog wat massagewerk nodig.

Wat de artsen betreft; zoals in elke doelgroep zijn er early adopters en laggards. Bij heel wat van onze start-ups zitten er overigens artsen in het kernteam of in de advisory board.

Sven De Cleyn: "Een gat in de markt voor start-ups? In een continu veranderende sector als de gezondheidszorg zijn er altijd innovatieve opportuniteiten"., EN
Sven De Cleyn: "Een gat in de markt voor start-ups? In een continu veranderende sector als de gezondheidszorg zijn er altijd innovatieve opportuniteiten". © EN

Jullie zien heel wat oplossingen de revue passeren. Hoe zal de gezondheidszorg er over tien jaar uitzien?

AD: Over alle digitale health start-ups heen, zien we een duidelijke evolutie naar een medische sector waar op een consequente en gestructureerde manier data worden verzameld. Niet alleen tijdens arts-patiëntcontacten maar ook tijdens de periodes tussenin. Met health start-ups beschikken we over gegevens van specifieke patiëntengroepen en die beschikbare hoeveelheid gegevens zal in de toekomst alleen maar toenemen. Dat opent perspectieven naar meer preventie, betere medicijntoepassingen en in het algemeen een efficiëntere opvolging. Of start-ups de de lead gaan nemen in de innovatie van ons zorgsysteem? Start-ups kunnen zoveel innoverende toepassingen voorstellen als ze willen - als artsen, ziekenhuizen én de overheden de digitalisering en informatisering niet omarmen, staan we nergens.

Welke lessen trekken jullie uit de samenwerking met health start-ups?

AD: Zowel binnen digital health als binnen andere sectoren, is het belangrijk om start-ups zeer industriespecifieke knowhow te kunnen aanbieden. Hetzelfde geldt voor het netwerk waarmee we hen in contact brengen. Vanuit die opzichten zetten we in op samenwerkingen met andere partners in de innovatie van zorg, zoals BlueHealth Innovation Center. Hoe sneller start-ups over de juiste kennis en contactpersonen beschikken, hoe sneller ze vooruitgang kunnen boeken en snelheid is nu eenmaal een kernfactor in innovatie.

Meedoen aan het imec.istart-acceleratieprogramma? De call is open tem 1 juni.

Wij zijn als het ware de eerste investeerder voor de start-ups, legt Antoine D'Hollander uit. Hij is innovatiemanager van de health track bij het imec.istart-acceleratieprogramma voor Belgische tech start-ups.Incubatieprogramma's die startende bedrijven moeten helpen hun idee uit te werken, komen erg op. Zowat elke regio in België heeft er tegenwoordig wel eentje. Het imec.istart- acceleratieprogramma van imec helpt starters die al een stap verder zijn, vertelt Antoine D'Hollander. "In ruil voor aandelen krijgen beginnende ondernemers met al een eerste proof-of-concept een initiële investering van 50.000 euro om hen te helpen hun eerste product klaar te stomen voor commercialisatie.""We bieden dagelijkse coaching, workshops en begeleiding aan door domeinexperten op vlak van wetgeving, CE-certificering (*), sales,... gedeelde werkruimtes en faciliteiten - en toegang tot ons voortdurend groeiende netwerk van eindgebruikers, bedrijven of particulieren en investeerders. Onze ondersteuning kan tot 18 maanden lopen, tot de onderneming in staat is om op eigen benen te staan en zelf opvolgfinanciering aan te trekken van externe investeerders", voegt Sven De Cleyn toe, imec.istart program manager.Jullie hebben een 30-tal health tech start-ups in de portefeuille. Welke factoren bevorderen de bereidheid om te investeren in een bedrijf?Sven De Cleyn: Essentiële voorwaarde is dat de toepassing die de start-up aanbiedt, een innovatieve oplossing vormt voor een specifiek probleem. Nice to have is als criterium niet voldoende. Of dat nu in de subsector van de medical devices is, telehealth, medical management software..., maakt eigenlijk niet uit. In elk van deze subsectoren binnen digital health is nog veel ruimte voor innovatie. Concreet kan het gaan om een radicale nieuwe oplossing voor een bestaand probleem, of een toepassing die een verbetering vormt - sneller, goedkoper,... - ten aanzien van een oplossing die al op de markt is.Antoine D'Hollander: Zijn er momenteel concurrerende oplossingen op de markt? En zo ja, welke meerwaarde biedt het product? Hoe ga je de markt benaderen? Dat zijn de vragen die wij stellen. Bijna even belangrijk als het idee is overigens dat er een goed team achter de start-up staat, dat niet alleen de juiste competenties bezit maar er ook 100% voor gaat.Verbetering en innovatie zijn altijd mogelijk. Voor welke uitdagingen is er het meest dringend nood aan nieuwe ideeën?SDC: Mochten we dat weten, springen we misschien zelf op de kar (algemene hilariteit). Op het eerste gezicht lijkt er nog veel potentieel op vlak van medische beeldvorming, de analyse van weefstelstalen, maar ook in de arts-patiëntrelatie,... Of er een gat in de markt is voor start-ups? In een continu veranderende sector als de gezondheidszorg zijn er altijd innovatieve opportuniteiten.Na België zijn de VS doorgaans een logische stap voor start-ups. Blijkbaar gaat alles er veel sneller en beter. Waarom concentreren jullie zich niet uitsluitend op deze markt?SDC: Het klopt dat de VS een grote potentiële afzetmarkt zijn. De cultuur en manier van denken komen grotendeels overeen met die in West-Europa, groot verschil is inderdaad dat men er doorgaans sneller beslissingen neemt. België is dan weer een ideale testmarkt voor nieuwe innovaties, een noodzakelijke stap vooraleer een product uit te rollen naar veel grotere markten zoals Duitsland, Frankrijk of dus de VS. Zoals gezegd zijn er tegenwoordig meerdere incubatieprogramma's. Wat maakt imec.istart uniek als investeerder in health tech?SDC: Door onze goede contacten met het Belgische ecosysteem van investeerders, kunnen we start-ups helpen zich voor te bereiden op het ophalen van vervolgfinanciering. Recent was er reden tot feest vieren: samen hebben de start-ups van imec.istart-programma 100 miljoen euro vervolgfinanciering opgehaald. Zo'n 40% daarvan was afkomstig van de health start-ups met als meest succesvolle voorbeelden Ontoforce, UgenTec & Lindacare.AD: Door de nabijheid van het researchprogramma en de technologische expertise in software en hardware van imec, kunnen we de productontwikkeling van de start-ups bevorderen. Onze dagelijkse coaching en ons mentornetwerk laten toe start-ups snel in contact te brengen met de eindgebruikers waardoor ze hun oplossing kunnen aftoetsen. Dit is een cruciale stap om verder internationaal te kunnen groeien.Daarnaast hebben we een uitgebreid internationalisatieprogramma. Zo gaan we dit jaar bijvoorbeeld met de health start-ups naar Boston om hen te introduceren op de Amerikaanse markt.Is er een verschil in ondersteuning tussen digital health start-ups en andere start-ups?AD: Bij health start-ups is de CE-markering een belangrijk aandachtspunt (geeft aan dat het product voldoet aan de wetgeving van de Europese Unie en voldoet aan de essentiële eisen inzake veiligheid en doeltreffendheid, nvdr.). Het streven naar een CE-markering vergroot overigens onze bereidheid om te investeren in een start-up. De kans dat de digitale innovatie zijn weg vindt naar de zorgsector, is groter. Van zogenaamde lifestyletoepassingen zijn er al heel wat op de markt. Bovendien zien we dat het salestraject van deze oplossingen binnen de sector toch beduidend langer is in vergelijking met hun traject in andere sectoren. Hoe verloopt de samenwerking tussen health tech start-ups en ziekenhuizen eigenlijk?SDC: Steeds meer ziekenhuizen creëren een soort 'innovatiefunctie' om in de toekomst vaker samen te werken met start-ups. In vergelijking met enkele jaren geleden, stappen ziekenhuizen nu ook sneller naar ons met de vraag welke start-ups we in onze portfolio hebben.Hoe sneller start-ups hun oplossing kunnen integreren in een ziekenhuis, hoe sneller ze die ook kunnen verbeteren. Voor hun ontwikkeling en voortbestaan is de openheid van ziekenhuizen dan ook cruciaal. Over het algemeen is het besef wel doorgedrongen dat er geen weg terug is, en dat digitalisatie en informatisering de toekomst zijn. Maar er is nog wat massagewerk nodig.Wat de artsen betreft; zoals in elke doelgroep zijn er early adopters en laggards. Bij heel wat van onze start-ups zitten er overigens artsen in het kernteam of in de advisory board.Jullie zien heel wat oplossingen de revue passeren. Hoe zal de gezondheidszorg er over tien jaar uitzien?AD: Over alle digitale health start-ups heen, zien we een duidelijke evolutie naar een medische sector waar op een consequente en gestructureerde manier data worden verzameld. Niet alleen tijdens arts-patiëntcontacten maar ook tijdens de periodes tussenin. Met health start-ups beschikken we over gegevens van specifieke patiëntengroepen en die beschikbare hoeveelheid gegevens zal in de toekomst alleen maar toenemen. Dat opent perspectieven naar meer preventie, betere medicijntoepassingen en in het algemeen een efficiëntere opvolging. Of start-ups de de lead gaan nemen in de innovatie van ons zorgsysteem? Start-ups kunnen zoveel innoverende toepassingen voorstellen als ze willen - als artsen, ziekenhuizen én de overheden de digitalisering en informatisering niet omarmen, staan we nergens.Welke lessen trekken jullie uit de samenwerking met health start-ups?AD: Zowel binnen digital health als binnen andere sectoren, is het belangrijk om start-ups zeer industriespecifieke knowhow te kunnen aanbieden. Hetzelfde geldt voor het netwerk waarmee we hen in contact brengen. Vanuit die opzichten zetten we in op samenwerkingen met andere partners in de innovatie van zorg, zoals BlueHealth Innovation Center. Hoe sneller start-ups over de juiste kennis en contactpersonen beschikken, hoe sneller ze vooruitgang kunnen boeken en snelheid is nu eenmaal een kernfactor in innovatie.