...

Eind maart keurde de Algemene Vergadering van de Brusselse Huisartsenkring (BHAK) een principieel akkoord goed om samen met de Franstalige huisartsen één huisartsenwachtpost op te richten. De Nederlandstalige patiënt zou daar steeds een beroep kunnen doen op een arts die zijn taal machtig is.Garanties van papierDe N-VA zet heel wat vraagtekens bij die samenwerking. Volgens Brussels parlementslid Liesbet Dhaene is de Nederlandse zorgverlening alleen op papier gegarandeerd, en dan alleen nog maar tijdens de officiële wachtdienst - buiten de kantooruren.Dat de goedkeuring er kwam, was alleen maar mogelijk omdat het Riziv de spelregels wijzigde - zo stelt de N-VA. In november 2014 wees de AV van BHAK het voorstel immers nog af. Toen was een meerderheid van minstens 70% vereist. Maar ondertussen stelde het Riziv dat een gewone meerderheid volstaat."In plaats van betere voorwaarden te onderhandelen voor een Nederlandstalige dienstverlening, koos men ervoor om de regels voor de stemming te veranderen zodat de samenwerking doorgedrukt kon worden, onder dezelfde voorwaarden als bij de eerdere stemming", aldus Liesbet Dhaene."Als doekje tegen het bloeden zouden de huisartsen nu wel een taaltest moeten afleggen. Maar er is geen enkele voorafgaande taaltest bij het telefoon- en onthaalpersoneel. Bovendien is een Nederlandse dienstverlening buiten de officiële wachturen niet gegarandeerd", zo vervolgt ze.KamercommissieOok volgens N-VA-Kamerlid Yoleen Van Camp ging het Riziv zijn boekje te buiten. Ze ondervroeg vorige week in de Kamercommissie minister Maggie De Block over deze kwestie. De minister van Volksgezondheid lichtte de houding van het Riziv toe:"Die 70%-regel geldt (...) uitsluitend als het gaat om de oprichting van een nieuwe wachtpost. In het voorliggend geval is er geen sprake van een nieuwe wachtpost, maar van een samenwerking tussen verschillende wachtkringen. De dienst voor geneeskundige verzorging van het Riziv oordeelde daarom dat een gewone meerderheid voldoende was om die beslissing (...) te nemen."(*)Maar volgens Yoleen Van Camp gaat die vlieger niet op: "De waarheid is (...) dat er zowel bij de eerste als de tweede stemming gestemd werd voor een samenwerking met de Franstalige huisartsenkring in het kader van een gezamenlijke organisatie van de wachtdienst." Het ging om precies hetzelfde voorstel, stelt ze vast."Het Riziv had dus geen enkele reden om de regels aan te passen", besluit ze. "Dat het Riziv beslissingen neemt die tot doel hebben de samenwerking van de wachtdiensten door te drukken tegen de wil van een groot deel van de Nederlandstalige huisartsen in Brussel, is hallucinant."(*) Integraal Verslag van de Kamercommissie van dinsdag 12 mei 2015.