Momenteel is 'ooggezondheid' niet geïntegreerd in de nationale Congolese gezondheidsplanning. "Daar komt weldra verandering in. Er wordt een nationaal plan voor oftalmologie gelanceerd," legt dokter Jean-Marie Ngebenba programmacoördinator Congo van Licht voor de Wereld uit. Een hele vooruitgang, al blijft in de Congolese context de vraag of het allemaal geen dode letter blijft meer dan relevant.

Internationale donaties

Het strategisch plan dat Volksgezondheid op 8 december lanceert is in de eerste plaats een technisch document met annexen. Bij het tot stand komen ervan speelde Licht voor de Wereld met zijn gespecialiseerde oogklinieken hoe dan ook een belangrijke rol. Het document bevat onder andere een aantal annexen in verband met personeelsbestaffing, dispensaria enz.

Wat gaat dit concreet veranderen? Momenteel is Congo voor de gezondheidszorg in het algemeen ingedeeld in 504 gezondheidszones. Daarin zijn onder meer een referentieziekenhuis, gezondheidscentra enz. voorzien. In de praktijk draagt de Congolese overheid in de financiering van het systeem weinig of niets bij. De gezondheidszorg draait in de eerste plaats op donaties van internationale organisaties zoals de Wereldbank, Unicef, NGO's enz. Wel bepaalt het centrale ministerie virtueel wie wat krijgt van het internationale manna. Het geld passeert wel niet langs de centrale overheid maar gaat rechtstreeks naar de instellingen. Op die manier ontvangt momenteel ongeveer 40% van de instellingen (ziekenhuizen enz.) buitenlandse subsidie voor een deel van hun werking.

Unit ooggezondheid

Het nieuwe strategisch plan voor de oftalmologie zou elk ziekenhuis en elk gezondheidscentrum verplichten om een unit voor oogzorg te openen. Voor de financiering wordt grotendeels gerekend op de internationale gemeenschap. Waarbij het donorgeld, net zoals voor de algemene gezondheidszorg, verdeeld wordt via de centrale overheid. Dokter Jean-Marie Ngebenga: "Sancties voor centra die de nieuwe normen voor oogzorg niet opvolgen, zijn niet voorzien. Dat is een negatief punt. Maar instellingen die geen oog-unit oprichten of jarenlang de normen aan hun laars lappen, kunnen via het federale ministerie wel hun donaties verliezen."

Druppel op een hete plaat

Ook dat moet weer gerelativeerd worden. De inspanningen van Licht voor de Wereld zijn uiteraard belangrijk. "Maar," zegt Jean-Marie Ngebenga, "officiële cijfers over de toegankelijkheid van de oogzorg in Congo zijn er niet. In de praktijk moet het echter dichtbij de 0% liggen..." Het nieuwe nationale plan gaat daar niet direct verandering in brengen. De oprichting van een oog-unit kost hoe dan ook handenvol geld: mensen moeten worden opgeleid, materiaal aangekocht enz. Jean Marie Ngebenga: "Het ministerie verwacht dat via de distributie van donaties er op termijn toch oogunits komen in 30% van de instellingen. Zelf denk ik dat het maximaal over 15% zal gaan."

Inflatie

Dat pessimisme heeft uiteraard alles te maken met Congo zelf. Neem het voorbeeld van dokter Socrate, geneesheer-directeur van het Mwanganza-ziekenhuis in Kolwezi, een door Licht voor de wereld beheerd ziekenhuis. Dokter Socrate, één van de betere oogchirurgen van het land, heeft recht op een maandsalaris van 280 dollar. De overheid zou dit loon moeten betalen maar dat gebeurde al maanden niet meer. Daarom keert het Mwanga-ziekenhuis het salaris van dokter Socrate uit. En het helpt uiteraard ook niet dat de inflatie in Congo torenhoog is.

Voor de Congolese artsen zijn er niet veel alternatieven. "Staken heeft niet veel zin. Na enkele dagen kunnen we ons gezin niet meer voeden," zegt dokter Ngebenba. "De beste artsen verlaten het land. Sommigen, zoals ik, zijn wel bevoorrecht want we kunnen voor een NGO werken."

Hoe dan ook is het duidelijk dat in die omstandigheden er niet al te veel verwacht moet worden van een nationaal strategisch plan voor de oftalmologie. Dokter Ngebenga blijft echter optimist: "Op zich is het al een verdienste dat een dergelijk plan er is. Dat helpt al om de Congolese artsen te sensibiliseren voor de enorme oogproblemen in mijn land."

Momenteel is 'ooggezondheid' niet geïntegreerd in de nationale Congolese gezondheidsplanning. "Daar komt weldra verandering in. Er wordt een nationaal plan voor oftalmologie gelanceerd," legt dokter Jean-Marie Ngebenba programmacoördinator Congo van Licht voor de Wereld uit. Een hele vooruitgang, al blijft in de Congolese context de vraag of het allemaal geen dode letter blijft meer dan relevant.Het strategisch plan dat Volksgezondheid op 8 december lanceert is in de eerste plaats een technisch document met annexen. Bij het tot stand komen ervan speelde Licht voor de Wereld met zijn gespecialiseerde oogklinieken hoe dan ook een belangrijke rol. Het document bevat onder andere een aantal annexen in verband met personeelsbestaffing, dispensaria enz.Wat gaat dit concreet veranderen? Momenteel is Congo voor de gezondheidszorg in het algemeen ingedeeld in 504 gezondheidszones. Daarin zijn onder meer een referentieziekenhuis, gezondheidscentra enz. voorzien. In de praktijk draagt de Congolese overheid in de financiering van het systeem weinig of niets bij. De gezondheidszorg draait in de eerste plaats op donaties van internationale organisaties zoals de Wereldbank, Unicef, NGO's enz. Wel bepaalt het centrale ministerie virtueel wie wat krijgt van het internationale manna. Het geld passeert wel niet langs de centrale overheid maar gaat rechtstreeks naar de instellingen. Op die manier ontvangt momenteel ongeveer 40% van de instellingen (ziekenhuizen enz.) buitenlandse subsidie voor een deel van hun werking.Het nieuwe strategisch plan voor de oftalmologie zou elk ziekenhuis en elk gezondheidscentrum verplichten om een unit voor oogzorg te openen. Voor de financiering wordt grotendeels gerekend op de internationale gemeenschap. Waarbij het donorgeld, net zoals voor de algemene gezondheidszorg, verdeeld wordt via de centrale overheid. Dokter Jean-Marie Ngebenga: "Sancties voor centra die de nieuwe normen voor oogzorg niet opvolgen, zijn niet voorzien. Dat is een negatief punt. Maar instellingen die geen oog-unit oprichten of jarenlang de normen aan hun laars lappen, kunnen via het federale ministerie wel hun donaties verliezen."Ook dat moet weer gerelativeerd worden. De inspanningen van Licht voor de Wereld zijn uiteraard belangrijk. "Maar," zegt Jean-Marie Ngebenga, "officiële cijfers over de toegankelijkheid van de oogzorg in Congo zijn er niet. In de praktijk moet het echter dichtbij de 0% liggen..." Het nieuwe nationale plan gaat daar niet direct verandering in brengen. De oprichting van een oog-unit kost hoe dan ook handenvol geld: mensen moeten worden opgeleid, materiaal aangekocht enz. Jean Marie Ngebenga: "Het ministerie verwacht dat via de distributie van donaties er op termijn toch oogunits komen in 30% van de instellingen. Zelf denk ik dat het maximaal over 15% zal gaan."Dat pessimisme heeft uiteraard alles te maken met Congo zelf. Neem het voorbeeld van dokter Socrate, geneesheer-directeur van het Mwanganza-ziekenhuis in Kolwezi, een door Licht voor de wereld beheerd ziekenhuis. Dokter Socrate, één van de betere oogchirurgen van het land, heeft recht op een maandsalaris van 280 dollar. De overheid zou dit loon moeten betalen maar dat gebeurde al maanden niet meer. Daarom keert het Mwanga-ziekenhuis het salaris van dokter Socrate uit. En het helpt uiteraard ook niet dat de inflatie in Congo torenhoog is. Voor de Congolese artsen zijn er niet veel alternatieven. "Staken heeft niet veel zin. Na enkele dagen kunnen we ons gezin niet meer voeden," zegt dokter Ngebenba. "De beste artsen verlaten het land. Sommigen, zoals ik, zijn wel bevoorrecht want we kunnen voor een NGO werken."Hoe dan ook is het duidelijk dat in die omstandigheden er niet al te veel verwacht moet worden van een nationaal strategisch plan voor de oftalmologie. Dokter Ngebenga blijft echter optimist: "Op zich is het al een verdienste dat een dergelijk plan er is. Dat helpt al om de Congolese artsen te sensibiliseren voor de enorme oogproblemen in mijn land."