...

Dat is jammer, het KCE-rapport heeft dat niet nodig. De essentie is dat een veralgemeende, verplichte hartscreening bij jonge sporters waarschijnlijk geen goed idee is. Rekening houdende met kosten en baten is dit een slechte investering. Het besteden van de middelen in de gezondheidszorg kan effectiever gebeuren, luidt het. Dat houdt steek; de ongenuanceerde communicatie in het voorwoord doet daaraan echter afbreuk. Al te gemakkelijk kan de publieke opinie hieruit afleiden dat cardiologisch screenen voor het sporten zin- en nutteloos is. Dat is een even foute als gevaarlijke boodschap. Zowel voor beroepssporters als voor amateurs vervult de sportarts een cruciale rol. Uiteraard valt het aan te bevelen om eerst een sportarts te consulteren alvorens met een nieuwe sport te starten. Dat hoeft de overheid niet te verplichten. Wel nodig is om preventieve screening te verplichten in sporttakken waar de beoefenaar een hoger risico loopt. Maar in tegenstelling tot wat het rapport suggereert, mondt het opsporen van hartafwijkingen niet noodzakelijk uit in een verbod om de sport te beoefenen. Veeleer leidt het ertoe dat de sport op een veilige, medisch gecontroleerde manier verder kan beoefend worden. Ten slotte is het de vraag of de evaluatie van preventieve hartscreening - om het even of het over sporters of over andere bevolkingsgroepen gaat - niet eerder een opdracht is van de Belgische Vereniging voor Cardiologie dan van het KCE?