...

Dwang in de psychiatrie is tragisch. Het is vaak een traumatische ervaring voor patiënten, maar ook hulpverleners valt dit zwaar. Als je als welmenende hulpverlener nog maar één manier ziet om goede zorg te bieden, namelijk door iemands vrijheid te beperken, geeft dat een verschrikkelijk gevoel. Een collega zei het zo: "Als je mensen als laatste redmiddel naar een afzonderingsruimte moet brengen of moet fixeren, kan je alleen maar denken: wat heb ik een rotjob." Dit zijn voor ons de absolute dieptepunten van wat in wezen de mooiste job is: hulp bieden aan mensen met psychische problemen, ze samen met hun familie begeleiden naar herstel.Om al die redenen staat reductie van vrijheidsbeperking de voorbije jaren hoog op de agenda. Vele ziekenhuizen - ook het onze - hebben projecten lopen om fixatie en afzondering te vermijden. Afzonderingsruimtes werden soms zelfs gesloten. Een werkgroep binnen Zorgnet heeft de pijnpunten van gedwongen opnames in kaart gebracht en formuleert een advies voor bijsturing. Daarin wordt - naast andere kwaliteitscriteria - gepleit voor een grondiger en meer gespecialiseerd onderzoek van een patiënt vooraleer een gedwongen opname kan worden ingezet. In een samenwerking tussen sector en overheid werden recent kwaliteitsindicatoren ontwikkeld, ondermeer voor het vermijden en zorgvuldig gebruiken van vrijheidsbeperking. Een werkgroep van de Hoge Gezondheidsraad ontwikkelt richtlijnen en kwaliteitsstandaarden voor vrijheidsbeperkende maatregelen. De teneur van al deze initiatieven vertoont grote parallellen met wat Brenda Froyen aankaart. We willen haar en andere ervaringsdeskundigen dan ook uitnodigen om mee rond de tafel te gaan zitten. Samen kunnen we de zorg verbeteren. Dit is een opdracht voor de sector, maar ook voor politiek en samenleving. Alternatieven voor vrijheidsbeperking kosten vaak meer, veel meer. Een 1-op-1 zorg zou de standaard moeten zijn voor een dergelijkeintensieve behandeling. Zoals intensieve zorgafdelingen in een algemeen ziekenhuis veel beter bestaft zijn dan gewone afdelingen, moet dit ook zo in de psychiatrie. Zijn samenleving en politiek bereid hierin te investeren?De beweging om vrijheidsbeperking te vermijden sluit aan bij een veel bredere hervorming die de persoon, zijn noden en wensen en zijn relaties centraal stelt, en niet de aandoening. Die mensen met psychische problemen op hun sterktes aanspreekt. Die ervaringsdeskundigeneen plaats geeft als medehulpverleners. Die de patiënt zo veel mogelijk helpt in zijn eigen omgeving en alleen als het niet anders kan in een ziekenhuis. Die de patiënt zoveel keuzemogelijkheden en verantwoordelijkheid als mogelijk geeft in en met zijn omgeving. Die zorg op maat biedt, mee aangestuurd door de patiënt en zijn familie. Die de autonomie van de patiënt maximaal respecteert en versterkt in een samenwerking met gezamenlijke beslissingen.Dit is de psychiatrie van morgen, die vandaag al op meer en meer plaatsen vorm krijgt.Soms ondermijnt een psychiatrische aandoening het denken van een patiënt echter tijdelijk zo sterk, dat samenwerking heel moeilijk wordt. De ziekte neemt het dan over, vaak zonder dat de patiënt dit zelf ten volle beseft. Ook dan blijven we manieren zoeken om goede zorg te bieden, om aanknopingspunten te vinden in wat de patiënt ervaart en wenst. Een patiënt die een psychose doormaakt heeft soms weinig ziekte-inzicht en wil daar dan ook geen hulp voor. Maar misschien wil hij wel hulp om beter te slapen, om zich minder angstig te voelen, om rust en veiligheid te vinden.Maar wat doen we als we de patiënt ondanks herhaalde pogingen niet kunnen bereiken en hij zich volledig verliest en zichzelf of soms ook anderen in gevaar brengt? Zorgvuldig afwegen, overleggen, met elkaar en met de omgeving van de patiënt, om uiteindelijk soms, als alle andere interventies gefaald hebben, over te gaan tot vrijheidsbeperkende maatregelen. In dergelijke omstandigheden kan goede zorg betekenen: het even overnemen en de patiënt tegen zijn aandoening beschermen. Vrijheidsbeperking moet immers altijd een beschermingsmaatregel zijn die op een zo menselijk mogelijke manier wordt toegepast als laatste redmiddel. Voor vrijheidsbeperking moet gelden: zo min mogelijk, zo kort mogelijk, in verhouding met het gevaar en binnen een juridisch en zorgethisch kader, met continue kritische evaluatie, feedback en evaluatie dooralle betrokkenen.Vrijheidsbeperking als allerlaatste mogelijkheid is een opdracht. Is werkelijk alles geprobeerd? Zijn we creatief genoeg geweest om alternatieven te zoeken? Durven we nog verantwoorde risico's nemen? Houden we er voldoende rekening mee dat vrijheidsbeperking soms meer kwaad dan goed kan doen? Hebben we als samenleving voldoende geïnvesteerd in een warme, laagdrempelige en vrijwillige psychiatrie? In preventie en vroeginterventie? In alternatieven voor dwang? We hebbenBrenda Froyen nodig om ons en de politiek deze lastige vragen te stellen.De psychiatrie is tot slot ook de spiegel van onze samenleving. De stijging van gedwongen opnames zegt ook iets over wat onze samenleving met mensen doet. Over hoeveel zorg we dragen en respect we tonen voor mensen die al dan niet tijdelijk niet beantwoorden aan de norm van de actieve, mondige en werkende burger. Over hoe tolerant we zijn voor wat afwijkt van de norm en onze rust bedreigt. Over ons onvermogen met levensproblemen om te gaan, zodat we medische en psychiatrische antwoorden zoeken voor overlast, armoede, kansarmoede, eenzaamheid, pijn, verdriet, uitsluiting en zinverlies. Over onze maatschappelijke obsessie met veiligheid, ten koste van vrijheid. We leven in borderline times, schrijft Dirk De Wachter. Dat geldt ook hier. De verwachtingen van de samenleving zijn vaak tegenstrijdig. We kunnen als psychiatrie niet goed doen. Het ene moment is het een schande dat we iemand die een misdaad beging niet gedwongen hadden opgenomen. Even later is het een schande dat de psychiatrie zoveel dwang gebruikt. Alleen met de hulp van de sector, de politiek, en van Brenda Froyen en andere ervaringsdeskundigen - want ze staat niet alleen - vinden we hierin een evenwicht en krijgt de psychiatrie van morgen vorm. We zijn aan haar en alle anderen verplicht hier samen nog meer en sneller werk van te maken.