...

Het voelt heel erg vreemd om hier mijn verhaal te doen als patiënt in plaats van als arts met een wetenschappelijk praatje. En toch heb ik geen seconde getwijfeld. Want door te vertellen over wat ik heb meegemaakt, wil ik jullie graag laten meekijken naar mijn verhaal, naar mijn strijd. Ik kies dat woord 'strijd' heel bewust: want een gevecht, dat is wat de afgelopen 21 maanden en 10 dagen voor mij al zijn geweest. Het voelt zelfs eerder aan als een oorlog, en wel eentje op meerdere fronten tegelijk. Het verhaal dat hier volgt is geen plezierig verhaal, maar ik wil, vooraleer ik echt van wal steek duidelijk maken dat het niet mijn bedoeling is om de reputatie van mijn collega schade toe te brengen, noch om de personen waarmee ik in een juridische strijd verwikkeld ben aan te vallen. Wel ben ik naar hier gekomen in de hoop jullie een beetje te laten voelen wat het is om in mijn en in mijn gezins schoenen te staan. Wat ik jullie vandaag wil bieden is een exclusieve blik in mijn verhaal, mijn lijdensweg als patiënt.Het had nochtans allemaal zo mooi kunnen zijn die 12de januari van 2015. We waren gelukkig, zwanger van ons tweede kindje en het leven lachte ons toe. Alleen... Ons Louise lag in stuit en er zat niets anders op dan een keizersnede. En dus werd er ter voorbereiding een spinale katheter geplaatst op ok. En daar is het misgegaan. Waarom het die dag is misgelopen kan ik jullie niet vertellen, wat er is misgelopen wel. Bij het plaatsen van de rachi is er een foutieve inschatting gemaakt van de hoogte: de katheter werd zo op niveau TH12L1 geprikt. Het resultaat: een letsel thv de conus modularis met een gedeeltelijk cauda equina syndroom inclusief parese van het rechter been en helse neuropathische pijnen.Vakkundig afgescheeptMijn behandelende anesthesiste was zich er daags na de ingreep al van bewust dat er iets grondig was misgelopen, al wist niemand in het begin precies juist wat. Ze voelde zich verschrikkelijk en stelde dan ook voor om zo snel mogelijk haar verzekering in te lichten en ook de ombudsdienst van het ziekenhuis. De volgende dag kwamen zowel de anesthesiste als mijn gynaecoloog me op mijn kamer vertellen dat het niet zo makkelijk zou zijn om de verzekeringen ervan te overtuigen dat er door toedoen van de anesthesiste een fout was gebeurd. Ze vertelden me allerlei verhalen van patiënten die ondanks een sterke zaak, toch hun juridisch proces verloren hadden. Volgens hen moest er zo snel mogelijk een EMG genomen worden om mijn beginsituatie vast te leggen, zodat de verzekering zich toch al niet zou kunnen beroepen op een al dan niet in het verleden reeds bestaande toestand. Want dat was blijkbaar al eerder gebeurd.En daar begon het probleem. De eerste arts die gevraagd was om het EMG uit te voeren, weigerde: hij vond dat het EMG in mijn acute situatie toch geen meerwaarde zou betekenen. Gelukkig wilde een andere collega wel een EMG afnemen. Oef. Maar ik kreeg hoe langer hoe meer schrik. Plotseling werd ik hier en daar vakkundig afgescheept door artsen waar ik vroeger nauw mee had samengewerkt. Ze wilden hun handen hiervoor niet in het vuur steken omdat ze met die collega in de toekomst nog moesten samenwerken. Ik besloot om het ziekenhuis waar ik zelf werkte te contacteren en om advies te vragen. Want wist ik veel hoe je een klacht indient. Hoe pak je in hemelsnaam zoiets aan? En dan had ik nog het geluk dat ik als arts snel de weg vond naar de nodige informatie in mijn eigen ziekenhuis. Maar wat moet een gewone patiënt, iemand zonder connecties in de medische wereld? Waar moet die beginnen zoeken? Google dan maar?Ik kreeg via de directie het telefoonnummer van de meest doorwinterde advocaat in hun bestand. Hij ging zeker weten wat te doen. Ik belde de advocaat in kwestie, deed mijn hele verhaal, om dan te horen te krijgen dat hij me niet kon vertegenwoordigen. Want, zo zei hij, hij vertegenwoordigt in dit soort zaken altijd de andere partij. Sterker nog, later zou blijken dat hij ook mijn tegenpartij zou vertegenwoordigen. Het was een enorme klap. Ik was terug bij af, en ik voelde me wanhopig: niet alleen zou deze ervaren advocaat me niet kunnen helpen, sterker nog, hij zou diegene zijn die ervoor zou proberen te zorgen dat ik niet vergoed zou worden bij de verzekering. Kleine lettertjesDe dagen die volgden in het ziekenhuis beleefde ik in een roes van pijnmedicatie en angst. Al zal ik nooit vergeten dat de anesthesiste en de gynaecoloog me elke dag kwamen opzoeken om te horen hoe het met me ging. Daar had ik veel steun aan. Mijn anesthesiste vertelde dat ze hoopte dat het allemaal goed zou komen en dat we uiteindelijk na afloop nog samen door 1 deur zouden kunnen wandelen. Ook zij was bang dat dit hele gebeuren zou escaleren, en zou ontploffen in ons gezicht. Ondertussen hebben zij en ik al een tijdje geen contact meer, en dat vind ik erg jammer. Ik weet niet eens waarom precies ze geen contact meer kan hebben: volgens een collega van dat ziekenhuis had het iets te maken met de kleine lettertjes in hun verzekeringscontract. Ik heb dan ook maar niet verder aangedrongen, al zou het voor mij fijn geweest zijn als er af en toe eens geïnformeerd geweest zou zijn naar mij en mijn revalidatie. Mijn gynaecoloog is dat tot op vandaag wel altijd blijven doen en daar ben ik hem meer dan dankbaar voor.Terug thuis van het ziekenhuis leek het gevecht zo mogelijk nog zwaarder te worden. Elke dag was er die onhoudbare pijn, elke dag werd ik geconfronteerd met tegenslagen en beperkingen die ik moest zien te overwinnen. Mijn leven was compleet veranderd, en daarmee ook het leven van mijn gezin. Het was een hel. Ik was wanhopig, en ik heb meer dan eens gedacht dat ik het niet zou kunnen volhouden. Maar ik ben blijven vechten en ik ben overeind gebleven. Voor mijn kinderen, voor mijn man, voor alles wat ik waard was. Ik moest en ik zou volharden. Ik moest gewoon geduldig zijn, intensief revalideren en blijven hopen.Een proces?Twee weken later had ik nog niets van de ombudsdienst gehoord. Ik probeerde hen verschillende keren aan de lijn te krijgen, maar ik werd elke keer afgewezen. Ik besloot dan maar om zelf een advocaat in te schakelen, en ik belde een kennis van vroeger, een briljant advocaat. We hadden elkaar al zeker 10 jaar niet gezien, maar hij stond er nog diezelfde dag . Hij luisterde naar mijn verhaal en stelde voor om eerst en vooral een stand van zaken op te vragen. Ikzelf was er op dat moment nog altijd van overtuigd dat er geen twijfel kon bestaan in mijn dossier en dat de verzekering wel snel mijn zaak zou erkennen. Maar neen. Zonder dat ik was gezien door een adviserende geneesheer, zonder mijn verhaal te hebben gehoord, besloot de verzekeringsmaatschappij om de zaak als ongegrond te verklaren. Als ik iets van erkenning of compensatie wilde, moest ik maar een proces beginnen, zeiden ze. Wablief?! Een proces! Daar had ik nog niet eens aan gedacht tot dan, en dat wilde ik helemaal niet! Ik wilde mijn collega niet aanvallen en meeslepen in zoiets. En ik had me ook nooit voorgesteld dat het nodig zou zijn. Omdat ik niet wilde dat mijn collega gestraft zou worden, besloten mijn advocaat en ik dat we geen strafrechtelijk proces zouden starten, maar dat we ons burgerlijke partij zouden stellen. Ik wist en ik weet nog altijd dat mijn lijdensweg niet het gevolg is van een moedwillige fout - de anesthesiste heeft niet met opzet verkeerd geprikt, en ik weet dat wat er gebeurd is ook voor haar gevolgen heeft. Ook zij voelde zich verschrikkelijk, ook zij moet na haar inschattingsfout verder functioneren en werken. Als arts weet ik dat we allemaal in de loop van onze carrière wel eens een fout maken - dat is een jammere zaak , maar we zijn nu eenmaal geen onfeilbare robots! Maar de fouten die we maken, zouden we moeten kunnen zien als unieke leerkansen. En dat is onmogelijk zolang er een systeem bestaat zoals nu, dat artsen die een fout maken dwingt om zich in een mysterieus stilzwijgen te hullen, zowel naar andere collega's toe, als naar de patiënt of de nabestaanden.Open mond en grote ogen Zijn we eigenlijk als arts trouwens niet allemaal verzekerd voor dit soort medische calamiteiten? En doen we dat niet omdat we willen dat de patiënt in kwestie vergoed wordt voor het leed dat hem of haar ongewild is aangedaan? Maar dat is helemaal niet wat er gebeurt! Je betaalt als arts jaarlijks een groot bedrag, maar wat doet de verzekering. Ze haalt alles uit de kast om te ontkennen dat het om een medische fout gaat, zodat de patiënt nergens recht op heeft. Als verzekerde arts krijg je goede advocaten tot je beschikking, en je wordt bijgestaan door de beste experten - betaald door de verzekering natuurlijk. Maar wat krijgt de patiënt? Niets.. Helemaal niets. Alleen maar vraagtekens en rekeningen. De patiënt, die moet verder met de schade, en die moet ondertussen zelf maar zien uit te dokteren hoe dat moet, en wie of wat hem zou kunnen helpen. Dat zou ik de komende maanden nog ondervinden.Ondervinden', dat is, zo zullen jullie merken, een sleutelwoord in mijn verhaal. Alles moet je ondervinden, door op muren te botsen. Het lijkt onmogelijk om aan een patiënt die het slachtoffer is van een medische fout, alle nodige informatie over zijn rechten ter beschikking te stellen. Zo ondervond ik dat zelfs het Fonds voor Medische Ongevallen me niet optimaal zou kunnen helpen. De ombudsdienst van het ziekenhuis, waar ik werk was bij dit fonds voor mij een dossier opgestart. Ze vertelden me dat als dat fonds me gelijk zou geven, dat dit mijn zaak sterker zou maken voor de rechtbank. Het zou een extra argument zijn in mijn voordeel, een extra troef. Maar wat leerde ik in de weken daarop, met vallen en opstaan: blijkbaar kan je de twee procedures niet gelijktijdig laten lopen. En hoewel het dossier bij het fonds in principe rond moet zijn binnen het jaar, is het goed om te weten dat het fonds veel te veel aanvragen krijgt, veel meer dan dat ze kunnen verwerken en uitbetalen. En zodus, werd me door verschillende partijen verteld, is een dossier bij het fonds niet de beste oplossing bij een groot schadegeval.Ondertussen zeggen we en schrijven we 23 februari 2015. Mijn zaak verschijnt voor de eerste keer voor rechtbank. Dat wil zeggen: twee advocaten en een rechter die alles behalve medisch geschoold zijn moeten beslissen of je zaak al dan niet recht heeft van bestaan. Ikzelf sta er met open mond en grote ogen bij op de zitting. Wat ik hoor, slaat echt nergens op. Uiteindelijk wordt mijn zaak nog twee keer uitgesteld. Dan pas wordt een onafhankelijk expert aangesteld. Nu kan het echte werk beginnen. Er wordt me verteld dat ik snel opgeroepen zal worden voor een eerste vergadering met alle betrokken partijen. Via via kom ik te weten wie ik het best zelf kan aanstellen als adviserende geneesheren om mij bij te staan. Want deze artsen zijn uitermate belangrijk voor je zaak. Ongelijke strijdIk neem even een kleine pauze in mijn verhaal, om erop te wijzen hoe ongelijk de strijd is: als patiënt ben je opgewassen tegen een heel systeem waar je geen kennis van hebt. En je moet veel geld betalen om een rechtszaak te kunnen starten, wetende dat de tegenpartij er hoogstwaarschijnlijk nog meer geld zal insteken, zodat zij sterker staan. Want de tegenpartij kan dat: een hele verzekeringsgroep heeft oneindig veel meer financiële mogelijkheden dan één petieterig klein patiëntje. Als arts ben ik weliswaar nog enigszins goed omringd, maar vergis jullie niet: in heel dit verhaal ben ook ik maar een petieterig patiëntje. Sterker nog, ik ben een patiëntje waar iedereen liever ver weg van blijft, want ik ben willens nillens het tastbare bewijs geworden dat artsen - u en ik - niet onfeilbaar zijn. Een levend teken van medisch falen in de wandelgangen van het ziekenhuis! Laat me jullie één ding verzekeren, één ding wat ik zelf heb mogen, of beter, moeten ondervinden: het doet pijn als patiënt om gemeden te worden door artsen. Je voelt je bijna afstotelijk - artsen gaan je liever uit de weg, dan geconfronteerd te worden met jou en je lijden, dat het gevolg is van hun vergissing. Als patiënt krijg je geen erkenning, nauwelijks hulp, bijna alleen tegenwind. En ondertussen kun je enkel door ondervinding, enkel door zelf te gaan vlooien en vissen en rondvragen, te weten komen wat je moet doen om de erkenning te krijgen waar je zo naar verlangt.De maanden gaan voorbij, maanden van veel pijn, van nog meer revalidatie, en van veel frustratie. Ik hoor maar niets over een datum van een eerste installatievergadering. Nog iets wat ik heb ondervonden: als patiënt denk je elke dag aan je zaak, maar voor alle andere betrokkenen ben je maar een nummer. Daarom geen onbelangrijk nummer, maar desalniettemin de zoveelste in de rij. Niemand behalve jij ligt echt wakker van die zaak, en voor niemand behalve voor jou maakt het echt uit of het nu een maandje langer duurt of niet. Maar als patiënt wiens hele leven plots op zijn kop is gezet maakt elke dag in onzekerheid een verschil. Je hele toekomst is in duigen gevallen, en zolang er geen uitspraak is in je zaak, kun je niet aan de slag om je nieuwe toekomst vorm te geven.Uiteindelijk vindt dan toch op 30 juni 2015 de eerste vergadering plaats. Hoewel heel wat mensen me hebben gewaarschuwd over hoe pijnlijk deze vergaderingen kunnen zijn, verloopt ze voor mij in een aangename en professionele sfeer. Er wordt nog bijkomend neurologisch advies gevraagd, maar daarna, zo wordt me gezegd, zal er snel een verslag klaar zijn.Opnieuw verlenging12 januari 2016. Onze dochter wordt 1 jaar. Wat eigenlijk een vreugdevolle dag zou moeten zijn, wordt voor mij een dag met een dubbele betekenis. Blij om onze dochter, maar verdrietig om alles wat er misgelopen is. En dan die onzekerheid over de toekomst... We zijn een jaar verder ondertussen, maar ik weet nog altijd niets over de uitslag van mijn expertise. Ik word ongeduldig, maar welke keuze heb ik? Je kunt niet anders dan je te laten meeslepen in de eindeloze traagheid van een systeem. De verjaardag van mijn dochter is nu ook de verjaardag van mijn ongeluk, van de dag waarop mijn hele leven zoals ik het tot dan toe had gekend, is vernietigd. Weken verstrijken en nog altijd is er geen verslag. Er worden wel opnieuw enkele mailtjes over en weer gestuurd en dan komt er een datum: Midden mei. Op 15 mei zal het voorlopig verslag doorgestuurd worden. Spannend! Ik kan bijna niet slapen van de zenuwen - grapje. Ik lach een beetje groen, mijn zenuwpijn houdt me namelijk elke nacht wakker. En 15 mei komt en gaat. Ik check ongeveer elk uur mijn mail, maar mijn inbox blijft leeg. Tot uiteindelijk op 17 mei, 's morgens vroeg, het verlossende antwoord komt - het is te zeggen, niet echt een definitief antwoord natuurlijk, maar toch, het verlossende voorlopige verslag. Ik durf het bijna niet te lezen. Mijn advocaat is enthousiast. Het komt allemaal goed. Ikzelf heb er een dubbel gevoel over, want de formulering is zo voorzichtig, zo beschermend... En er moeten natuurlijk ook nog opmerkingen komen op dat verslag. Daar krijgen de betrokken partijen normaal gesproken ongeveer 1 maand de tijd voor. Maar het is bijna grote vakantie, dus, zo wordt er via mail afgesproken, laten we elkaar de tijd geven tot 15 oktober. 5 maanden! Het lijkt wel een eeuwigheid voor mij... En zelfs die 5 maanden waren blijkbaar nog niet lang genoeg. Afgelopen week werd er immers door de tegenpartij opnieuw verlenging van de termijn aangevraagd. Alles om het hele gebeuren nogmaals nodeloos te rekken. Hoofdstuk afsluitenEn ondertussen tikt de tijd. De tijd die ikzelf en mijn gezin moeten doorbrengen in onzekerheid. De tijd die ons weghoudt van een nieuw hoofdstuk in ons leven. Soms voelt het alsof ik gek word, en alsof ik een persona non grata ben geworden, of 'die arts die haar collega een proces heeft aangedaan'. En dat terwijl ik nooit zoiets gewild heb. Het enige wat ik wil, is dit pijnlijke hoofdstuk in mijn leven afsluiten. Ik wil verder met mijn leven, maar dat kan niet zonder erkenning voor wat er gebeurd is. Want het leven dat ik nu lijd, is niet het leven dat ik zelf aan het uitbouwen was. Het is een oorzaak buiten mijzelf die ervoor gezorgd heeft dat mijn bevalling van ons tweede kindje het begin van een lijdensweg is geworden. Dat ik niet de actieve mama kan zijn die ik wil zijn voor mijn kinderen. Dat mijn partner de zorg voor een persoon met een beperking op zich heeft moeten nemen. Dat ik niet meer kan werken als spoedarts, dat ik mijn carrière niet kan uitbouwen. Dat van al mijn toekomstplannen en die van mijn gezin, niets overblijft.En daarbovenop krijg ik nog een straf. De straf van als patiënt in een zwakke positie te moeten staan. De straf van keihard te moeten vechten voor rechtvaardigheid! En wat het gevecht nog moeilijker maakt, is dat de tegenpartij niet zomaar 'de slechterik' is. Tegenover jou staan de artsen voor wie het toegeven van menselijke fouten bijna als traumatisch bestempeld kan worden. Hier bestaat een term voor: "the second victim". Want een medische fout kan ook bij een arts een zeer diepe wonde nalaten, met grote consequenties. Maar de angst voor die consequenties maakt het alleen maar erger: want omdat professionals in de gezondheidszorg zo bang zijn om hun fouten toe te geven, en omdat ze deze daarom liever op allerlei manieren gaan toedekken, wordt het haast onmogelijk om van die fouten te leren. En dat terwijl de informatie over wat er is misgelopen juist zo bruikbaar zou kunnen zijn om de kwaliteit in de gezondheidszorg en de patiëntveiligheid te optimaliseren.Second victimEn laten we niet vergeten dat er ook nog een derde partij deelneemt aan dit gevecht-dat-helemaal-geen-gevecht zou mogen zijn: de verzekeraars van de medische aansprakelijkheid. Zij dringen er in hun communicatie met de verzekerde arts sterk op aan de informatie voor familie en nabestaanden te beperken. Er wordt aan de artsen gevraagd om enkel te delen wat wettelijk strikt noodzakelijk is en er wordt hen op het hart gedrukt zeker niet te spreken over een fout! Dat is toch te gek voor woorden? Want zowel het eerste slachtoffer, de patiënt, als 'the second victim', de arts, hebben er baat bij of sterker nog, ze hebben er nood aan, dat de fout als dusdanig wordt erkend. Pas dan kunnen zij beide verder.De manier waarop wij, waarop 'het systeem' vandaag de dag omgaat met medische fouten, is voor geen enkele van de betrokken partijen heilzaam. Behalve misschien voor de verzekering die hoopt niet te moeten betalen, maar dan nog. Zou het niet lonen om eens samen te zitten met erkende experten, juristen en magistraten en te kijken naar voorbeelden uit andere landen? Kunnen we niet komen tot een systeem waarbij de arts aangemoedigd wordt om zijn fouten te erkennen zodat hieruit lessen getrokken kunnen worden naar de toekomst toe? Bijvoorbeeld door deze te gaan registreren in een beveiligde, anonieme database? En zou je als arts niet meer geneigd zijn je fouten toe te geven als je zeker wist dat je niet strafrechtelijk vervolgd zou kunnen worden voor deze feiten? Natuurlijk heb ik het hier enkel en alleen over medische calamiteiten en niet over bewust schadelijk handelen, dat spreekt voor zich. Als artsen weet krijgen van medische fouten die collega's in het verleden hebben gemaakt, dan kunnen zij leren uit die fouten. Er kunnen richtlijnen uit ontstaan. Het gevolg daarvan is dat er hoe langer hoe minder medische fouten zullen worden gemaakt, en dat is voor iedereen een goede zaak: voor de artsen, voor de patiënten én voor de verzekeraar en het fonds voor medische ongevallen, die hoe langer hoe minder kosten zullen moeten vergoeden. En dat is waarom ik hier sta vandaag met mijn verhaal, als wandelende voorbeeld van de gevolgen van een medische fout: niet om artsen met de vinger te wijzen, maar om te pleiten voor erkenning: erkenning voor mijzelf als slachtoffer, erkenning van de feilbaarheid van artsen, en erkenning van medische fouten. Want alleen door fouten onder ogen te zien, kunnen we lessen trekken voor de toekomst.