...

Er is een aparte ondergrondse parking, met rechtstreekse toegang naar het CDC. Het onthaal is warm oranje ingericht, met planten en comfortabele zeteltjes. Op de dag van ons bezoek zat er welgeteld één patiënt te wachten. Dat is geen uitzondering, vertelt communicatieverantwoordelijke Dominique Potteau. "We zorgen ervoor dat de wachttijd voor de patiënten zo kort mogelijk blijft. We bellen hen de dag vóór hun ingreep op om het tijdstip door te geven waarop ze zich dienen aan te melden, in functie van de operatieplanning."Na de inschrijving wordt de patiënt opgehaald door een verpleegkundige. Hij loopt mee naar de omkleedruimte waar hij zijn spullen kan achterlaten in een locker. Dan gaat het richting OK, waar de patiënt liefst, in de mate van het mogelijke, zelf naartoe loopt. Daar wordt hij opgevangen door de verpleegkundige en de behandelende arts.Het gebouw waarin het dagcentrum gevestigd is, werd opgetrokken tussen twee bestaande vleugels van het ziekenhuis. Het CDC bevindt zich op het gelijkvloers; op de eerste verdieping is er een internistisch dagcentrum. Specifiek aan het CDC in az Sint-Blasius, en ook vrij uniek, is het aparte operatiekwartier. Dit eigen OK ligt vlak naast het grote OK in het ziekenhuis zelf en is ermee verbonden door een interne gang: een voordeel voor logistiek, sterilisatie en de efficiënte inzet van het personeel.We zetten de rondleiding verder in de keuken, waar enkele verpleegkundigen een koffiepauze nemen. Orthopedisch chirurg Jo Maes komt even groeten, maar moet weer weg voor een ingreep. Een kwartiertje later staat hij er weer. "Het was een kijkoperatie aan de meniscus, een 'vluggertje' dus", lacht hij. "Zo doen we er gemakkelijk 15 op een dag, dankzij de gestroomlijnde flows en ons op elkaar afgestemde team.""De artsen en verpleegkundigen zijn vanaf het begin betrokken geweest bij de bouw van het CDC", legt hij uit. "Eigen lijk is het ontstaan uit noodzaak. Er was immers geen mogelijkheid om het bestaande OK uit te breiden. Vandaar het idee om het dagcentrum tussen de twee vleugels van het ziekenhuis op te richten, met een eigen OK. We zagen meteen de voordelen.""Als je onze manier van werken aan artsen uit andere ziekenhuizen uitlegt, reageren ze meestal nogal huiverachtig", gaat dokter Maes verder. "Ze zien dat opdelen in twee OK's niet zitten. Maar ik zou niet anders meer willen werken. Uiteraard vergt onze werkwijze een goede planning, wat tegelijk ook een groot voordeel is want de ingrepen kunnen gemakkelijk na elkaar gebeuren, wat de efficiëntie verhoogt. In verlofperiodes vereist dat wat flexibiliteit. En je krijgt uiteraard ook geen pathologie op commando."Het verpleegkundig personeel van recovery roteert eveneens, om zo alert te blijven voor onverwachte omstandigheden, bijvoorbeeld een reanimatie of complicaties."De beleving van de patiënt staat voor ons centraal", pikt hoofdverpleegkundige Kathleen Van Overwalle in. "De architectuur, inrichting en patiëntenbewegingen zijn daar helemaal op afgestemd. Ons concept zorgt ook voor een snellere interactie tussen arts en patiënt. Zo kunnen sommigen op de middag al naar huis, nadat de arts de patiënt in de nazorg heeft bezocht en toestemming heeft gegeven. Vooral voor kinderen is dat van groot belang. En het feit dat ze geen traumatiserende gebeurtenissen te zien krijgen, wat in het gewone ziekenhuis soms wel gebeurt. Hier komen ze niet in contact met patiënten met zwaardere aandoeningen. Ouders kunnen bij hun kinderen zijn tot in de operatiezaal, waar ze verdoofd worden, en dan opnieuw vanaf de ontwaakzaal."Voor cataractpatiënten is er overigens een apart, nog sneller traject. Zij kregen een aparte zone, met comfortabele ligzetels die tot in de operatiezaal worden gerold.