...

De eerste keer dat ik vrouwenkleren aantrok, was ik vier jaar oud, herinnert Winne Haenen zich. "Dat beeld is me altijd bijgebleven." Ook in haar pubertijd en de jaren nadien verkleedde ze zich geregeld als vrouw. Haar echtgenote, Liesbet, was al op de hoogte voor hun huwelijk. "Maar ik trad er niet mee naar buiten, dat was iets van ons.""Er zijn momenten geweest dat ik het erg moeilijk had, en niet zeker was dat ik op deze manier verder wilde leven", vertelt Winne. "Tijdens een vakantie aan zee, heb ik drie nachten op rij aan de rand van het balkon gestaan op de negende verdieping van een appartementsgebouw. Gelukkig heb ik op tijd ingezien dat dit niet de oplossing was. Ik zocht hulp bij een psychotherapeute gespecialiseerd in transgenderproblematiek die me doorverwees naar de genderkliniek van UZ Gent.""Het heeft echter nog twee jaar geduurd voor ik de knoop doorhakte om in de toekomst als vrouw door het leven te gaan. Ik was enorm bang dat ik mijn job, mijn huwelijk en mijn kinderen zou kwijtspelen van zodra ik de stap écht zou zetten.""Uiteindelijk hebben mijn partner en ik de beslissing om iedereen in te lichten samen genomen - dat hoort zo in een huwelijk, denk ik. Niet veel later werd bij Liesbet een auto-immuunziekte vastgesteld. Haar leven hing een aantal keer aan een zijden draadje. Mijn coming out kon nog even wachten, oordeelde ik.""De eerste dag dat ik als vrouw naar buiten trad, was op 22 maart 2016 - net de dag van de aanslagen in Brussel. Eigenlijk was ik met verlof, ik had een afspraak bij de genderkliniek. Net toen ik de parking op reed van het ziekenhuis, kreeg ik telefoon: ze hadden dringend mensen nodig en ik kende als vroegere gezondheidsinspecteur van Vlaams-Brabant het noodplan voor de luchthaven. Ik vertelde dat ik als vrouw gekleed was. 'Kan ons niet schelen, kom af!', klonk het aan de andere kant van de lijn. Vroeger dan gepland was het grote moment dus aangebroken. Die dag heb ik echter weinig reacties gekregen op mijn transformatie. Er heerste een crisissituatie en iedereen was gefocust op zijn taak.""Anders dan Bo Van Spilbeeck (VTM-journalist die nu als vrouw door het leven gaat, nvdr), heb ik iedereen stapsgewijs ingelicht. Helemaal op het einde heb ik een mailtje gestuurd naar al mijn werkcontacten. Op dat mailtje heb ik een 200-tal antwoorden gekregen, de meeste positief. Van 'wow, wat ferm!' tot 'dat had ik nooit gezien in jou'. Wat me opviel; als je iets persoonlijks deelt, zijn mensen soms geneigd om zelf ook iets te delen. Dat deed deugd, op moeilijke momenten herlees ik die berichtjes nog eens."Al zijn die moeilijke momenten er in vergelijking met vroeger niet veel. "Als ik nu in de spiegel kijk, denk ik: dit is wie ik ben, zo moet het zijn. Het doet zo'n deugd om vandaag 'mevrouw Haenen' genoemd te worden. Ik zie er nu wel uit als vrouw, en op mijn pas staat Winne, maar toch heb ik die bevestiging nog nodig." Uiteindelijk gaat het niet om de kleren, de schmink,... zegt Winne Haenen. "Het gaat om de erkenning, het feit dat je door anderen als vrouw gezien wordt."Of ze spijt heeft dat ze de stap niet vroeger heeft gezet? "Omwille van mijn uiterlijk misschien wel - als je wat ouder bent, blijf je die mannelijke trekken beter zien." Operaties heeft Winne Haenen niet ondergaan - daar is ze nog niet helemaal uit. "Maar dan had ik Liesbet misschien niet leren kennen en hadden we geen kinderen gekregen." Winne prijst zich ontzettend gelukkig dat ze nog samen is met haar partner. "We zijn 24 jaar getrouwd, dat veeg je niet zomaar weg." Al was het in het begin van de transitie niet gemakkelijk voor Liesbet, beseft Winne. Ze vond steun bij Transgender Infopunt, een Gentse vzw, en is nu 'buddy' voor personen die worstelen met de transitie van hun partner.En de kinderen? "Die hebben er nooit een probleem van gemaakt", zegt Winne. De twee jongsten zeggen nog steeds 'papa'. "Dat krijgen ze er niet uit, en dat vind ik ook niet erg. De kleinkinderen zullen me wellicht 'moema' noemen - vind ik ook prima."Er was niet veel overtuigingskracht nodig opdat Winne haar verhaal zou vertellen. Haar verhaal kent een positief einde - of eerder begin - en dat wil ze graag delen met artsen die ook van geslacht willen veranderen. Winne Haenen: "Het zou spijtig zijn mocht een arts uit angst voor zijn of haar praktijk niet de stap zetten naar een geslachtsverandering, of erger, een suïcidepoging ondernemen."Op professioneel vlak heeft ze bijzonder weinig openlijke tegenkanting gekregen, zegt Winne Haenen. "Meer zelfs, ik word meer gerespecteerd dan toen ik nog als man door het leven ging. Misschien omdat ik nu rustiger ben, en beslissingen ook rustiger communiceer."Winne Haenen wil artsen-lotgenoten nog het volgende meegeven: "Patiënten kiezen niet voor je omdat je al dan niet transgender bent, ze komen bij jou omdat je een goede arts bent. Voor hen is het belangrijkste dat ze geholpen worden. Als je je goed in je vel voelt, zal dat ook te zien zijn aan de kwaliteit van zorg die je verleent." Haar tip: communiceer er wel duidelijk over, en pas je communicatie eventueel aan aan de personen tot wie je je richt.