...

De toenemende berichten over de problematiek van burn-out bij huisartsen brachten me aan het schrikken, vertelt Femke Delporte (27). "Hoe komt het dat we ons zo kunnen verliezen in dit prachtige beroep? Als huisarts in opleiding besefte ik dat ik in mijn verdere carrière goed zorg zou moeten dragen voor mezelf." En dat betekent onder meer: een eigen huisarts raadplegen. Naast deze aanbevelingen formuleerde het KCE in 2011 nog 13 andere aanbevelingen om burn-out bij huisartsen te voorkomen en aan te pakken. "Ik was meteen geïntrigeerd door dit thema. De eerste vraag die spontaan in me op kwam, was dan ook hoeveel huisartsen nu eigenlijk een vaste huisarts hebben." Een thesisopzet en literatuurstudie later nam dokter Delporte een vragenlijst af, die werd ingevuld door 192 Vlaamse huisartsen en haio's. Femke Delporte: "Daarvan bleek 42% een vaste huisarts te hebben. Echter: daarvan consulteert minder dan één op de vier zijn huisarts regelmatig." Er bleek drempelvrees mee te spelen: van alle ondervraagden vertelt 58% een drempel te ervaren om een huisarts te raadplegen. Zelfs bij de groep huisartsen mét een vaste huisarts ervaart meer dan de helft zo'n gevoel. "Opvallend is dat vrouwen vaker een huisarts hebben dan mannen", merkt dr. Delporte op.De touwtjes in (eigen) handen Met cijfers alleen zijn we echter niet veel, meende de jonge huisarts toen ze aan haar masterproef begon. "Om de KCE-aanbeveling zoveel mogelijk te verspreiden en aan te moedigen bij de huisartsen, wilde ik ook begrijpen wat collega's nu juist weerhoudt een eigen huisarts op te zoeken." Daarop interviewde dr. Delporte een tiental huisartsen die zich via de enquête hadden opgegeven. Ze vroeg hen tevens naar de barrières bij het raadplegen van eerstelijnsgezondheidszorg voor psychosociale moeilijkheden. Verschillende obstakels kwamen aan het licht, vertelt dokter Delporte. "Ten eerste bleek dat de huisarts graag de touwtjes in eigen handen houdt: hij vertrouwt vooral zichzelf. Hierdoor krijgt de huisarts van de huisarts - als er al één is - vaak geen kans om een begeleidende taak op zich te nemen. Uit de interviews bleek inderdaad dat sommige artsen wel hadden aangeduid dat ze een eigen huisarts hebben, maar dat ze hem (of haar) louter inschakelen om praktische taken uit te voeren die de huisarts-patiënt niet zelf kan, zoals bijvoorbeeld bloed nemen, bloeddruk meten, oren uitspuiten, etc." Bij de meerderheid huisartsen met een eigen huisarts is die laatste trouwens een rechtstreekse collega uit de eigen groepspraktijk. Femke Delporte: "Dat was meestal een zeer bewuste keuze. Huisartsen vinden het belangrijk om elkaars opleiding en achtergrond te kennen." Naast het controleaspect, ervaren huisartsen ook schaamte om een collega te raadplegen, zegt dr. Delporte. "Enerzijds omdat ze zich dan emotioneel kwetsbaar opstellen, anderzijds omdat ze op die manier hun medische 'zwakheden' tonen aan collega's." "Huisartsen weten ook niet altijd goed waar ze een geschikte huisarts kunnen vinden, bij gebrek aan informatie over de visie en de manier van werken van collega's."Psycholoog of psychiater Veel van deze barrières gelden ook wanneer huisartsen moeten consulteren voor psychische moeilijkheden, weet Femke Delporte uit haar onderzoek. "Doorgaans hebben ze het moeilijk om psychische klachten te aanvaarden. Daarnaast ziet de meerderheid de huisarts niet als eerste aanspreekpunt bij psychische problemen; de meesten verkiezen een psycholoog of psychiater. Als dergelijke moeilijkheden werkgerelateerd zijn, is het huisartsenkabinet vaak ook een te herkenbaar kader om dit te bespreken." De aanbeveling 'iedere huisarts een eigen huisarts' lijkt eenvoudig, maar blijkt dus een complexe beslissing te zijn voor de huisarts, besluit dokter Delporte. "De onderwijssector kan een belangrijke rol spelen door al tijdens de opleiding studenten aan te moedigen naar een huisarts te gaan." Huisartsen zelf zouden transparanter kunnen zijn over hun manier van werken en visie op geneeskunde. Femke Delporte: "Huisartsen vinden zo'n gedeelde visie immers belangrijk." Tot slot denkt de jonge huisarts aan het oprichten van een 'anderhalve lijn', een speciaal huisartsenteam voor huisartsen. "De idee dat het artsen zijn die voldoen aan bepaalde kwaliteitsvoorwaarden en ervaring hebben in het begeleiden van collegahuisartsen kan de stap tot een huisarts verkleinen."