...

Crornelius Johannes Franciscus Heymans werd geboren in Gent in 1892. Heymans studeerde geneeskunde aan de Gentse universiteit van 1911 tot 1920. Deze lange studieperiode is toe te schrijven aan het feit dat hij zijn studies moest onderbreken om als soldaat in de Eerste Wereldoorlog te dienen.Na het behalen van het diploma van dokter in de geneeskunde in 1920 volgde hij een opleiding in de farmacologie in binnen- en buitenland. Hij ging onder meer in de leer bij zijn vader Jan Frans Heymans (1859-1932), de eerste hoogleraar in de farmacologie aan de Gentse universiteit en rector in 1923-1924. In 1922 werd Corneel Heymans docent bij de dienst Farmacodynamie en Therapie en in 1930 volgde hij zijn vader J.F. Heymans op als bestuurder van de dienst. Later werd die dienst trouwens ter ere van vader en zoon Heymans het J.F. & C. Heymans Instituut genoemd. Tot zijn emeritaat in 1962 was Corneel Heymans verantwoordelijk voor het onderwijs in de farmacologie. Hij overleed in 1968.Heymans was bijzonder actief als onderzoeker en leidde talloze medewerkers uit binnen- en buitenland op in wat hier en daar 'de Gentse school' werd genoemd. Hij was editor van het toen befaamde tijdschrift Archives Internationales de Pharmacodynamie et de Thérapie, gesticht in 1894 door de Fransman E. Gley én J.F. Heymans. Corneel Heymans ontving niet minder dan 15 doctoraten Honoris Causa en talrijke prijzen waaronder dus ook de Nobelprijs voor Fysiologie of Geneeskunde 1938 (toegekend in 1939).Waarom tussen de 111 genomineerden voor de tweede ronde van de Prijs 1938 (waaronder Sigmund Freud) Corneel Heymans geselecteerd werd, is goed samengevat in de toespraak die Göran Liljestrand namens het Nobelprijscomité hield bij het uitreiken vande prijs in Gent op 16 januari 1940:"Heymans ontdekte niet alleen de rol,tot nu toe onbekend, vanbepaalde organen (glomus caroticum en glomus aorticum), hij vergrootte in belangrijke mate onze kennis over de regeling van de ademhaling".Het onderzoek waarvoor Corneel Heymans de Nobelprijs ontving, handelde over de rol van de perifere arteriële chemoreceptoren ter hoogte van de aorta (glomus aorticum) en van de carotissinus (glomus caroticum) bij de regeling van de ademhaling. Sedert eeuwen was men ervan op de hoogte dat de ademhaling geregeld wordt door structuren in de medulla oblongata. De wetenschap wist ook reeds geruime tijd dat er ter hoogte van de medulla oblongata chemoreceptoren aanwezig zijn die bij hypoxie of hypercapnie de respiratoire centra beïnvloeden. Het onderzoekswerk van vader en zoon Heymans toonde aan dat, naast deze centrale chemoreceptoren, er ook perifeer, ter hoogte van aorta en vooral de carotissinus, chemoreceptoren aanwezig zijn die de respiratoire centra beïnvloeden.Heymans werd voor deze Prijs genomineerd door de Hongaarse farmacoloog Geza Mansfeld. Men kan zich de vraag stellen waarom de Nobelprijs alleen aan Corneel Heymans werd toegekend, terwijl het reglement van de Nobelprijzen toelaat tot drie laureaten samen te bekronen. In de commentaren vindt men terug dat indien Jan Frans Heymans nog zou hebben geleefd, vader en zoon samen de Nobelprijs hadden gedeeld. De reglementen van de Nobelprijs laten echter niet toe om de prijs postuum toe te kennen.Sedert 1938 en dit tot nu is er een continue stroom op gang gekomen van publicaties omtrent de arteriële chemoreceptoren, ook in vooraanstaande tijdschriften. Nu nog worden J.F. en C. Heymans, en de Gentse School vaak ge -citeerd. Vanzelf sprekend zijn de mogelijkheden tot onderzoek sinds 1938 enorm uitgebreid, met onder andere onderzoek bij de mens, elektrofysiologisch onderzoek, gedetailleerde informatie over de glomuscellen en over de manier waarop zij hypoxie/hypercapnie detecteren en de seinen doorgeven naar de respiratoire centra. In recente publicaties is er nog steeds discussie over de vraag waarom we zowel perifere als centrale chemorecep toren nodig hebben om de ademhaling te regelen.De rol van de perifere chemoreceptoren is heden ten dage nog steeds onderwerp van onderzoek, onder andere bij in spanning, bij yoga en bij patholo gische toestanden zoals wiegendood en COPD.