In de zorgsector blijkt burn-out het meest voor te komen. Van de respondenten (632 werknemers die minstens één ernstige periode van werkgerelateerde stress of uitputting hebben gekend) werkt liefst 15% in de zorgsector. Ze worden gevolgd door leerkrachten (11%) en handelaars (8%), eveneens beroepen dus die diensten of hulp verlenen aan anderen.

Emoties onder controle

Eén op de vier personen in burn-out (24,6%) verklaart regelmatig of constant in contact te staan met 'moeilijke' mensen (klanten, patiënten, leerlingen), luidt het. 34% van hen gaat naar een psychiater of psycholoog. Bij werknemers die in hun job geen contact hebben met 'moeilijk' mensen is dat slechts 23%.

Dokter Patrick Mesters, directeur van het Europees instituut voor onderzoek naar burn-out, nam de resultaten van de enquête onder de loep en schuift de volgende verklaring naar voor: "Van werknemers in bepaalde beroepen wordt verwacht dat ze hun emoties in alle omstandigheden onder controle houden, ongeacht het humeur van de patiënt, de klant, de leerling en de complexiteit van de omgeving. Uitputting ligt op de loer als deze situaties te gewelddadig worden, herhaaldelijk voorkomen en oncontroleerbaar zijn door een gebrek aan solidariteit, erkenning en steun vanwege de hiërarchie en de collega's."

Ziekenhuis niet ideaal

De Onafhankelijke Ziekenfondsen noemen de resultaten van de enquête zorgwekkend. Er rijzen vragen over de therapeutische en maatschappelijke aanpak van dit probleem. Minder dan de helft van de deelnemers (44%) ging in deze moeilijke periode bij zijn huisarts langs en slechts één op de vier stapte naar een psycholoog of psychiater. Uit het onderzoek blijkt nochtans dat een herval vaak voorkomt (22%), maar minder bij werknemers die bij een psycholoog of psychiater in behandeling zijn.

Dr. Patrick Mesters: "We mogen niet vergeten dat een arts de diagnose van een burn-out moet stellen. Want professionele uitputting gaat gepaard met andere problemen (intense vermoeidheid, slapeloosheid, verslavingen, grotere kans op zelfdoding) die professionele hulp vergen. Ook meer informatie over het belang van psychologische opvolging is belangrijk. Werknemers met een burn-out blijken in de eerste plaats nood te hebben aan 'steun': empathie van hun werkgever, collega's en gezin, maar ook financiële ondersteuning voor de therapeutische opvolging. Zo had 5% van de deelnemers aan de enquête graag verzorgd willen worden in een aangepast zorgcentrum. En dat verbaast me niet. Een ziekenhuis is niet de ideale plek om deze problematiek aan te pakken."

Toch geen burn-outcoach in grote bedrijven

Bedrijven met meer dan 100 werknemers moeten vanaf 1 januari dan toch geen burn-outcoach in dienst nemen. Dat was eerder wel zo voorzien in het Zomerakkoord van de regering-Michel, maar na overleg met de sociale partners zijn die plannen voorlopig ingetrokken.

De sociale partners pleiten in de plaats daarvan voor een brede aanpak, met aandacht voor zaken als talentmanagement, competentiebeleid en loopbaanbegeleiding. Nu wordt vaak enkel gekeken naar werkdruk en werkomstandigheden, maar men kijkt zelden naar het volledige plaatje, klinkt het. Ook vinden ze het belangrijk dat de bedrijven ondersteund worden door externe experts, die de nodige competenties in huis hebben.

De sociale partners hebben in de schoot van de Nationale Arbeidsraad zelf een plan uitgewerkt om het toenemende probleem van burn-out aan te pakken. Bedoeling is om vanaf 1 januari te starten met diverse proefprojecten in bedrijven die zelf vragende partij zijn. Blijken de projecten na afloop succesvol, dan kan er eventueel een veralgemening uit voortvloeien.

(bron: Belga)

In de zorgsector blijkt burn-out het meest voor te komen. Van de respondenten (632 werknemers die minstens één ernstige periode van werkgerelateerde stress of uitputting hebben gekend) werkt liefst 15% in de zorgsector. Ze worden gevolgd door leerkrachten (11%) en handelaars (8%), eveneens beroepen dus die diensten of hulp verlenen aan anderen.Emoties onder controleEén op de vier personen in burn-out (24,6%) verklaart regelmatig of constant in contact te staan met 'moeilijke' mensen (klanten, patiënten, leerlingen), luidt het. 34% van hen gaat naar een psychiater of psycholoog. Bij werknemers die in hun job geen contact hebben met 'moeilijk' mensen is dat slechts 23%.Dokter Patrick Mesters, directeur van het Europees instituut voor onderzoek naar burn-out, nam de resultaten van de enquête onder de loep en schuift de volgende verklaring naar voor: "Van werknemers in bepaalde beroepen wordt verwacht dat ze hun emoties in alle omstandigheden onder controle houden, ongeacht het humeur van de patiënt, de klant, de leerling en de complexiteit van de omgeving. Uitputting ligt op de loer als deze situaties te gewelddadig worden, herhaaldelijk voorkomen en oncontroleerbaar zijn door een gebrek aan solidariteit, erkenning en steun vanwege de hiërarchie en de collega's."Ziekenhuis niet ideaalDe Onafhankelijke Ziekenfondsen noemen de resultaten van de enquête zorgwekkend. Er rijzen vragen over de therapeutische en maatschappelijke aanpak van dit probleem. Minder dan de helft van de deelnemers (44%) ging in deze moeilijke periode bij zijn huisarts langs en slechts één op de vier stapte naar een psycholoog of psychiater. Uit het onderzoek blijkt nochtans dat een herval vaak voorkomt (22%), maar minder bij werknemers die bij een psycholoog of psychiater in behandeling zijn. Dr. Patrick Mesters: "We mogen niet vergeten dat een arts de diagnose van een burn-out moet stellen. Want professionele uitputting gaat gepaard met andere problemen (intense vermoeidheid, slapeloosheid, verslavingen, grotere kans op zelfdoding) die professionele hulp vergen. Ook meer informatie over het belang van psychologische opvolging is belangrijk. Werknemers met een burn-out blijken in de eerste plaats nood te hebben aan 'steun': empathie van hun werkgever, collega's en gezin, maar ook financiële ondersteuning voor de therapeutische opvolging. Zo had 5% van de deelnemers aan de enquête graag verzorgd willen worden in een aangepast zorgcentrum. En dat verbaast me niet. Een ziekenhuis is niet de ideale plek om deze problematiek aan te pakken."