...

De behandelende arts dient de beslissing omstandig, schriftelijk te motiveren met verwijzing naar de wettelijke voorwaarden, de specifieke zorgvuldigheidseisen en de beslissing om zelf euthanasie uit te voeren of te laten uitvoeren in de voorziening. Een bijkomend aandachtspunt is de uitvoering in een residentiële context. Die motivering gaat naar de hoofdarts. Hij roept een interdisciplinair samengestelde evaluatiecommissie samen waarin de behandelende arts zetelt, naast de hoofdarts, twee andere medewerkers van de instelling (minstens één niet-arts), twee medewerkers met expertise die niet werken in de betrokken voorziening en twee externe experten. Oordeelt de commissie dat voldoende zorgvuldigheid in acht werd genomen, dan kan de behandelende arts de euthanasie (laten) uitvoeren op de meest aangewezen en passende plaats. Indien dit niet het geval is, vraagt de commissie de arts met aandrang om af te zien van de uitvoering van euthanasie. Hij behoudt niettemin zijn/haar therapeutische vrijheid.Raf De Rycke, voorzitter groep Broeders van Liefde: "elke voorziening of organisatie moet vrij haar ethisch beleid kunnen bepalen. Ik ben er echter geen voorstander van om in de individuele overeenkomsten met de artsen en/of in het algemeen reglement van de rechtsverhoudingen vast te leggen dat artsen geen euthanasie mogen uitvoeren in een voorziening." Voor hem is de locatie ondergeschikt aan de visie. "Indien euthanasie wordt overwogen in de voorziening dan zijn alle inspanningen nodig om zoveel mogelijk een traumatiserend effect op medepatiënten te voorkomen", aldus nog De Rycke.