...

Helemaal uit de lucht valt dit nieuws niet: van het idee is al enkele maanden sprake. Een wetsvoorstel ligt momenteel ter bespreking voor in de Kamercommissie Justitie. Concreet gaat het om de eventuele invoering van een artikel 458ter in het Strafwetboek. "Er komt geen nieuw meldrecht, dit artikel gaat verder", duidt Tim Opgenhaffen, doctorandus aan het Instituut voor Sociaal Recht (KU Leuven). Hij volgt er de evoluties inzake beroepsgeheim mee op.De nieuwe wet wil de mogelijkheid invoeren voor hulpverleners en politie en justitie om in specifieke casussen te overleggen in het belang van de integriteit van een persoon, denk aan complexe gevallen van partnergeweld. Ze moet een oplossing bieden in chronische situaties waarin de te volgen weg onzeker is. "Tijdens het overleg is het de bedoeling dat de actoren hun kaarten op tafel leggen en nagaan ze of het beter is om de daders te vervolgen, dan wel om de situatie via hulpverlening te proberen herstellen", legt Tim Opgenhaffen uit.Volgens het wetsvoorstel is casusoverleg ook mogelijk in het belang van de 'openbare veiligheid of de veiligheid van de staat'. "De politiek haalde de mosterd bij proefprojecten inzake kindermishandeling en intrafamiliaal geweld", kadert Tim Opgenhaffen. "Door de maatschappelijke context - de strijd tegen terrorisme - werd de wet opengetrokken tot de veiligheid van de staat. Maar doordat 'veiligheid' in de wet niet echt gedefinieerd wordt, kan het begrip in feite van toepassing zijn in veel meer situaties." Al is de eerste context, met name de integriteit van de persoon, ook al ruim, merkt Tim Opgenhaffen op.Maar daardoor ontstaat in feite een wet die vanuit twee heel uiteenlopende drijfveren kan gebruikt worden. "Enerzijds om de integriteit van een persoon te beschermen, wat de hulpverlening ten goede kan komen. Anderzijds voor de veiligheid van de staat, wat vaak niet in het belang van de individuele patiënt is." OnafhankelijkheidDaarnaast bestaat het risico dat informatie die gedeeld wordt op het casusoverleg, aangewend zal worden voor vervolgingsdoeleinden.Tim Opgenhaffen: "De wet schrijft wel voor dat voorafgaand aan het overleg onder meer moet vaststaan wat het doel ervan is, en hoe de informatie achteraf zal gebruikt worden. Niets sluit echter uit dat de procureur des Konings na afloop tot vervolging overgaat. De wet verbiedt immers niet dat hij zich bij deze vervolging op de inhoud van het overleg baseert. Mogelijk sijpelt het beroepsgeheim zo via het overleg in het strafdossier, wat nefast is voor de hulpverleningsrelatie." Los van deze bezwaren biedt de wet volgens Opgenhaffen voor artsen niettemin een uitweg in gevallen waarin het beroepsgeheim nu soms leidt tot een gevoel van machteloosheid. "Denk bijvoorbeeld aan een patiënt met geestelijke gezondheidsproblemen, die dakloos is en kleine criminaliteit pleegt. Tijdens zo'n casusoverleg kunnen de actoren die vroeger apart werkten nu samen op zoek naar een uitweg." Tegelijkertijd zullen artsen in zo'n samenwerkingsverband moeten waken over hun onafhankelijkheid, merkt de doctorandus nog op.