...

Het is een tweesnijdend zwaard. Apothekers hebben de voorbije jaren enorm veel moeten investeren om volgens het boekje (Goede Officinale Praktijken) de magistrale bereidingen in hun eigen apotheek uit te kunnen voeren. Tegelijkertijd is er vanuit de politiek gepleit voor meer individuele magistrale bereidingen. Heel wat apothekers hebben zwaar geïnvesteerd en gaan ten volle voor die magistrale bereidingen, maar een aantal apothekers ziet dat (financieel) niet zitten en vindt dat magistrale bereidingen in een apotheek op kleine schaal te duur zijn.In de Programmawet staat nu ingeschreven (art. 42 tem 46) dat apothekers die bereidingen mogen uitbesteden aan gespecialiseerde firma's. Maar daar gaat niet iedereen mee akkoord. "In die programmawet wordt het woord 'vergunningshouder' vervangen door 'houder van een bereidingsvergunning'", stellen de klagers. "Dat maakt inbreuk op de exclusiviteit van apothekers en houders van een fabricagevergunning betreffende de productie en bereiding van geneesmiddelen, in casu magistrale bereidingen."Aansprakelijkheid?De apothekers vinden dat deze wet te weinig garantie geeft op de wettelijke kwaliteitseisen die nu nationaal en Europees zijn vastgelegd. Bovendien stelt zich de vraag hoe het zit met de aansprakelijkheid van de gefabriceerde bereidingen. "Een magistrale bereiding is een geneesmiddel dat in de apotheek volgens een voorschrift voor een bepaalde patiënt of (een) bepaald(e) dier(en) worden bereid", citeren ze uit de Wet op de Geneesmiddelen.De apothekers halen ook aan dat het uitbesteden van magistrale bereidingen in strijd is met de vestigingswet en dat de wetgever het nu al, in zeer uitzonderlijke en specifieke gevallen, mogelijk maakt om de magistrale bereidingen uit te besteden aan andere apotheken.Volgens de klagers is de aanpassing van de wet er alleen maar ten voordele van bepaalde commerciële bedrijven. "Deze commerciële belangen hebben overigens niets van doen met de vrijwaring van de volksgezondheid waar de apotheker met zijn deontologie wel borg voor staat."In hun motivatie bewijzen ze het lobbywerk van een groot bedrijf dat al voorbereidende acties zou ondernomen hebben in afwachting van de erkenning als 'houder van een bereidingsvergunning' volgens de bepalingen van de nieuwe wet.