In het overzicht vinden we een tabel met een persoonlijke top 20 van de meest voorgeschreven moleculen. Van die 20 hebben er vier geen generisch alternatief. Zinloos dus. Van de 16 overige zijn er 13 waarvoor ik een persoonlijke score haal van meer dan 90%. Ik ben geen statisticus, maar dat is niet slecht (en way beyond de streefwaarde). En toch ga ik vanaf dit jaar de nieuwe 'drempel' van 60% niet halen, tenzij ik mijn voorschrijfprofiel systematisch aanpas. Maar hoe dan? Welke moleculen? Dat staat er niet in. Zinloos dus.

Er zijn een aantal overwegingen die me er als arts toe leiden om niet steeds per se het goedkoopste geneesmiddel voor te schrijven.

Bijkomend zijn er een aantal overwegingen die me er als arts toe leiden om niet steeds per se het goedkoopste voor te schrijven. Continuïteit, therapietrouw, voorkeur voor bepaalde galenische vormen, enzovoort. Bovendien is de prijssetting binnen de 'goedkope vork' zodanig volatiel dat een product dat de ene maand 'goedkoop' is, de volgende maand weer duur kan zijn en omgekeerd. Of de apotheker heeft het product dat je hebt voorgeschreven niet in stock (of wil van zijn voorraad van een ander generiek af).

Misschien moeten we het kiwi-gedachtegoed niet helemaal overboord gooien en voor moleculen die uit patent zijn een aanbesteding organiseren om zo een referentieterugbetaling vast te leggen. Wie zijn prijs niet aanpast, ondergaat de marktwerking. De staat hoeft niet te betalen wanneer een patiënt per se het niet-meer-gepatenteerde-origineel of een duurder generiek wil. Uitzonderingen (met een hogere terugbetaling) kunnen bestaan om therapeutische redenen of bij unieke galenieken; binnen een performant e-health gebeuren zou daar zelfs één eenvoudig knopje voor volstaan.

Over een performant e-health gebeuren hebben we het misschien nog een andere keer.

In het overzicht vinden we een tabel met een persoonlijke top 20 van de meest voorgeschreven moleculen. Van die 20 hebben er vier geen generisch alternatief. Zinloos dus. Van de 16 overige zijn er 13 waarvoor ik een persoonlijke score haal van meer dan 90%. Ik ben geen statisticus, maar dat is niet slecht (en way beyond de streefwaarde). En toch ga ik vanaf dit jaar de nieuwe 'drempel' van 60% niet halen, tenzij ik mijn voorschrijfprofiel systematisch aanpas. Maar hoe dan? Welke moleculen? Dat staat er niet in. Zinloos dus.Bijkomend zijn er een aantal overwegingen die me er als arts toe leiden om niet steeds per se het goedkoopste voor te schrijven. Continuïteit, therapietrouw, voorkeur voor bepaalde galenische vormen, enzovoort. Bovendien is de prijssetting binnen de 'goedkope vork' zodanig volatiel dat een product dat de ene maand 'goedkoop' is, de volgende maand weer duur kan zijn en omgekeerd. Of de apotheker heeft het product dat je hebt voorgeschreven niet in stock (of wil van zijn voorraad van een ander generiek af). Misschien moeten we het kiwi-gedachtegoed niet helemaal overboord gooien en voor moleculen die uit patent zijn een aanbesteding organiseren om zo een referentieterugbetaling vast te leggen. Wie zijn prijs niet aanpast, ondergaat de marktwerking. De staat hoeft niet te betalen wanneer een patiënt per se het niet-meer-gepatenteerde-origineel of een duurder generiek wil. Uitzonderingen (met een hogere terugbetaling) kunnen bestaan om therapeutische redenen of bij unieke galenieken; binnen een performant e-health gebeuren zou daar zelfs één eenvoudig knopje voor volstaan.Over een performant e-health gebeuren hebben we het misschien nog een andere keer.