...

Hoewel dat een duidelijk criterium is, vonden sommigen meer regeltjes (die ook hun prijs hebben) nodig. Een bepaling in een programmawet van 13 december 2006 schrapte bijgevolg de woorden 'tegen kostprijs'. Hierdoor had de patiënt in principe 'gratis' (kosteloos) recht op een afschrift. Die bepaling in de programmawet gaf aan de Koning wel de bevoegdheid om het maximumbedrag vast te stellen dat aan de patiënt mag worden gevraagd per gekopieerde pagina die in toepassing van het recht op afschrift wordt verstrekt 'of andere dragers van informatie'. Het vaststellen van dit maximumbedrag is gebeurd in een KB van 2 februari 2007. Het absolute maximum per opvraging van een afschrift is bepaald op 25 euro. Ter vergelijking, per gekopieerde bladzijde mag 10 eurocent worden gevraagd.Het recht op afschrift gaat hand in hand met het recht op inzage dat in artikel 9 §2 van de Patiëntenrechtenwet is geregeld. Dat recht op inzage is een verbijzondering van het recht om kennis te nemen van persoonsgegevens geregeld in artikel 10 van de wet op de verwerking van persoonsgegevens. Van een recht op afschrift is in die wet nog geen sprake. Dat komt omdat die wet de Europese Privacy Richtlijn uit 1995 invoerde en daarin was van een recht op afschrift ook niet uitdrukkelijk sprake. De Patiëntenrechtenwet liep in dat opzicht vooruit op het Europees recht. Daarin zal binnenkort (meer precies: vanaf 25 mei van dit jaar) verandering komen. Dan wordt de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) (bij ons ook wel aangeduid met de Engelse afkorting GDPR of GRDP) toepasselijk. Artikel 15 van de AVG kent aan de persoon over wie gegevens worden verwerkt een 'recht op inzage' toe. De AVG is ook van toepassing op de verwerking van gegevens over gezondheid en genetische gegevens. Het recht op inzage van artikel 15 AVG geldt dus ook voor gegevens over gezondheid. Daar waar de Patiëntenrechtenwet inzage en afschrift als afzonderlijke, zij het samenhangende, rechten regelt, omvat het recht op inzage in de AVG ook het recht op afschrift, in de AVG recht op kopie genoemd.Ik citeer hier de relevante bepalingen in de AVG: 'De verwerkingsverantwoordelijke verstrekt de betrokkene een kopie van de persoonsgegevens die worden verwerkt. Indien de betrokkene om bijkomende kopieën verzoekt, kan de verwerkingsverantwoordelijke op basis van de administratieve kosten een redelijke vergoeding aanrekenen' (Artikel 15, lid 3 AVG).Uit deze bepaling blijkt dat enkel voor 'bijkomende' afschriften een redelijke vergoeding mag worden aangerekend op basis van de administratieve kosten. Dat is vergelijkbaar met 'tegen kostprijs' in de oorsponkelijke versie van de Patiëntenrechtenwet. Voor de eerste kopie echter mag géén vergoeding worden gevraagd. Ik vermoed dat er niet veel patiënten zijn die meerdere afschriften van hun dossier vragen. Hoe dan ook, voor het eerste afschrift zal vanaf 25 mei 2018 geen enkele vergoeding meer mogen gevraagd worden.De AVG laat aan de lidstaten toe op een aantal punten ervan af te wijken of ze aan te vullen. Maar dat is niet het geval voor het recht op inzage. Artikel 15 zal rechtstreeks toepasselijk zijn. Voor de rechtszekerheid is een aanpassing van de Patiënten rechtenwet wel wenselijk maar niet strikt nodig. Die aanpassing kan dan meteen ook de aandleiding zijn voor een ruimer debat over het recht op afschrift. De huidige wet vereist dat op het afschrift moet worden vermeld ' strikt persoonlijk en vertrouwelijk'. Men kan zich afvragen of door deze bepaling het vrij verkeer van patiënten niet wordt belemmerd en dus strijdig is met het Europees recht. In Artikel 15 van de AVG komt die voorwaarde niet voor.