Of meer mannelijke dan wel vrouwelijke artsen vermeld staan als hoofdauteur van wetenschappelijk onderzoek is niet echt te achterhalen. Een database als Medline bijvoorbeeld houdt geen sekse van auteurs bij. Je zou het dus artikel per artikel moeten nagaan.

De meerderheid van onze respondenten antwoordt bevestigend op onze stellingen over de gelijke kansen van mannen en vrouwen inzake het leiden en/of publiceren van wetenschappelijk onderzoek.

Wel is er een opvallende kloof als we de resultaten opsplitsen volgens het geslacht. Zowat negen op de tien mannen (89,1%) tegenover maar twee derde van de vrouwen (67,4%) vinden dat mannelijke en vrouwelijke artsen dezelfde mogelijkheden hebben om wetenschappelijk onderzoek te leiden.

Antonio Zamora
© Antonio Zamora

Op de tweede stelling - 'Mannelijke en vrouwelijke artsen hebben dezelfde kansen om wetenschappelijk onderzoek te publiceren' - antwoorden de meeste respondenten eveneens bevestigend. Ook hier springt de verschillende mening van beide seksen in het oog: 92,6% van de mannen versus 73,4% van de vrouwen is het daarmee eens.

Academische loopbaan

Hoe zit het met de kansen om een academische loopbaan uit te bouwen, zijn die dezelfde voor mannen als voor vrouwen? Die vraag levert een ander plaatje op. 84,4% van de mannelijke deelnemers aan onze enquête verklaart zich akkoord, wat toch wel afsteekt tegen het antwoord van de vrouwelijke respondenten, van wie maar één op de twee instemt (50,8%).

Bekijken we de antwoorden volgens leeftijdscategorie, dan valt op dat de jongste (< 30 tot 39) en de oudste (60-70+) groepen vaker bevestigend antwoorden op de drie stellingen. In de middengroep (40-59) wordt meer 'eerder niet akkoord' of 'helemaal niet akkoord' aangekruist.

Uitschieters

Opgesplitst volgens beroepsgroep lopen de antwoorden vrij gelijk. Uitschieters zijn de specialisten buiten het ziekenhuis, van wie maar 73,7% vindt dat mannelijke en vrouwelijke artsen dezelfde mogelijkheden hebben om wetenschappelijk onderzoek te leiden (tegenover zowat 80,5% voor de andere groepen, zijnde huisartsen - solo en in groep - en specialisten in het ziekenhuis). Nog opvallend: 87,8% van de ziekenhuisspecialisten vindt dat beide geslachten evenveel kansen hebben om wetenschappelijk onderzoek te publiceren. Dat is meer dan de andere groepen, die schommelen tussen 79,1 en 83,3%.

Of meer mannelijke dan wel vrouwelijke artsen vermeld staan als hoofdauteur van wetenschappelijk onderzoek is niet echt te achterhalen. Een database als Medline bijvoorbeeld houdt geen sekse van auteurs bij. Je zou het dus artikel per artikel moeten nagaan. De meerderheid van onze respondenten antwoordt bevestigend op onze stellingen over de gelijke kansen van mannen en vrouwen inzake het leiden en/of publiceren van wetenschappelijk onderzoek.Wel is er een opvallende kloof als we de resultaten opsplitsen volgens het geslacht. Zowat negen op de tien mannen (89,1%) tegenover maar twee derde van de vrouwen (67,4%) vinden dat mannelijke en vrouwelijke artsen dezelfde mogelijkheden hebben om wetenschappelijk onderzoek te leiden. Academische loopbaanHoe zit het met de kansen om een academische loopbaan uit te bouwen, zijn die dezelfde voor mannen als voor vrouwen? Die vraag levert een ander plaatje op. 84,4% van de mannelijke deelnemers aan onze enquête verklaart zich akkoord, wat toch wel afsteekt tegen het antwoord van de vrouwelijke respondenten, van wie maar één op de twee instemt (50,8%). Bekijken we de antwoorden volgens leeftijdscategorie, dan valt op dat de jongste (< 30 tot 39) en de oudste (60-70+) groepen vaker bevestigend antwoorden op de drie stellingen. In de middengroep (40-59) wordt meer 'eerder niet akkoord' of 'helemaal niet akkoord' aangekruist.UitschietersOpgesplitst volgens beroepsgroep lopen de antwoorden vrij gelijk. Uitschieters zijn de specialisten buiten het ziekenhuis, van wie maar 73,7% vindt dat mannelijke en vrouwelijke artsen dezelfde mogelijkheden hebben om wetenschappelijk onderzoek te leiden (tegenover zowat 80,5% voor de andere groepen, zijnde huisartsen - solo en in groep - en specialisten in het ziekenhuis). Nog opvallend: 87,8% van de ziekenhuisspecialisten vindt dat beide geslachten evenveel kansen hebben om wetenschappelijk onderzoek te publiceren. Dat is meer dan de andere groepen, die schommelen tussen 79,1 en 83,3%.